ECLI:NL:RBDHA:2020:7778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling met schone lei en de rol van Europees betalingsbevel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2020 uitspraak gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar, geboren in 1981 te Turkije. De schuldsaneringsregeling was op 11 april 2019 uitgesproken, met mr. R. Cats als rechter-commissaris en R. de Geus als bewindvoerder. De bewindvoerder heeft verzocht om beëindiging van de schuldsaneringsregeling op grond van artikel 354a van de Faillissementswet, omdat er geen redelijke verwachting bestond dat de schuldenaar aan zijn verplichtingen kon voldoen. De schuldeisers, A en B, hebben bezwaar gemaakt tegen de beëindiging en voerden aan dat de regeling niet kon worden verkort vanwege een Europees betalingsbevel dat op 20 maart 2017 was uitgevaardigd. Dit betalingsbevel zou in strijd zijn met de verlening van de schone lei, die de schuldenaar zou ontvangen bij beëindiging van de regeling.
Tijdens de zitting op 4 augustus 2020 zijn de schuldenaar, de bewindvoerder en de gemachtigden van de schuldeisers verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar vrijgesteld was van de sollicitatieplicht vanwege ernstige gezondheidsklachten. De rechtbank oordeelde dat er geen tekortkomingen waren in de informatieplicht van de schuldenaar en dat de vordering van de schuldeisers niet te goeder trouw was ontstaan. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen en dat er geen omstandigheden waren die de voortzetting van de regeling rechtvaardigden.
De rechtbank heeft de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 354a Fw en de schuldenaar een schone lei verleend. De vergoeding van de bewindvoerder is vastgesteld op € 2.188,40, voor zover de boedel toereikend is. Tegen deze uitspraak kunnen de schuldeisers en de schuldenaar binnen acht dagen hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Den Haag.