Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
- mr. G. Janssen, advocaat van verzoekster;
- [A], indirect bestuurder van verweerster.
Het verzoek en het verweer
De beoordeling
BESLISSING
[X] B.V., voornoemd.
Rechtbank Den Haag
Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een verzoek tot faillietverklaring afgewezen dat was ingediend door DE RESOLUTIE RIJSWIJK B.V. tegen de besloten vennootschap [X] B.V. Het verzoekschrift werd behandeld in raadkamer, waarbij mr. G. Janssen, advocaat van verzoekster, en [A], indirect bestuurder van verweerster, aanwezig waren. Verzoekster stelde dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen, omdat zij zowel de vordering van verzoekster als andere vorderingen onbetaald laat. Verweerster erkende de vordering van verzoekster, maar betwistte het bestaan van een steunvordering.
De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om de insolventieprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt. Voor een faillietverklaring is vereist dat summierlijk blijkt van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar heeft opgehouden te betalen. Dit vereist dat er sprake is van meerdere schuldeisers (pluraliteit) en dat de schuldenaar niet meer betaalt. Hoewel verweerster de vordering van verzoekster erkende, voldeed het verzoek niet aan het pluraliteitsvereiste.
De rechtbank ontving een verklaring van de belastingdienst waaruit bleek dat de belastingaanslag niet invorderbaar was, mede door de coronamaatregelen die uitstel van betaling verleenden. Aangezien de hoogte van de belastingvordering onbekend was en deze niet als steunvordering kon worden aangemerkt, werd het faillissementsverzoek afgewezen. De rechtbank wees het verzoek tot faillietverklaring van [X] B.V. af, en deze beslissing werd gegeven door mr. W.J. Don, rechter, in aanwezigheid van D.D. Elsayed-Vorst, griffier.