Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Eiser voert aan dat hij onvoldoende gelegenheid heeft gekregen om te onderbouwen dat hij in Spanje een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest). Hij voelde zich in Spanje gediscrimineerd. Daarbij heeft verweerder onvoldoende in zijn oordeel betrokken dat Marokko door Spanje wordt aangemerkt als veilig land, ook ten aanzien van homoseksuele vreemdelingen. Ter voorkoming van indirect refoulement had verweerder zich hiervan moeten vergewissen.
Uit het AIDA [1] Country Report: Spain, 2019 update (het AIDA rapport) volgt dat het voor Dublin-terugkeerders in Spanje problematisch is om weer in de opvang te komen. Uit het AIDA rapport volgt ook dat op 15 maart 2020 de noodtoestand is uitgeroepen in verband met het coronavirus. Sommige maatregelen hebben impact op het asielstelsel. Eiser vreest dat zijn procedure niet zorgvuldig zal worden behandeld.
Verder overweegt de rechtbank dat de Procedurerichtlijn, Kwalificatierichtlijn en Opvangrichtlijn [2] van toepassing zijn ten aanzien van de asielprocedure in Spanje. Verweerder mag er daarom vanuit gaan dat de Spaanse autoriteiten de asielaanvraag van eiser zorgvuldig zullen behandelen. Dat in Spanje een ander beleid zou worden gevoerd ten aanzien van homoseksuelen uit Marokko heeft eiser niet onderbouwd en daarom niet aannemelijk gemaakt. Niet aannemelijk is geworden dat er sprake zou zijn van indirect refoulement. Ook het standpunt van verweerder dat voor zover eiser meent dat Spanje de internationale verplichtingen schendt, het op zijn weg ligt om klachten hierover kenbaar te maken bij de Spaanse (hogere) autoriteiten is voldoende draagkrachtig gemotiveerd, nu niet is gebleken dat voor eiser die mogelijkheid niet bestaat.