ECLI:NL:RBDHA:2020:7691
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens arbeidsongeschiktheid en re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar en de staatssecretaris van Defensie. De ambtenaar, werkzaam als 1e Beheerder ICT, had zich op 8 september 2015 ziek gemeld vanwege de ziekte van Parkinson. Na een periode van ziekte en re-integratie, waarbij de ambtenaar op verschillende momenten door de bedrijfsarts geschikt werd bevonden voor zijn eigen functie, verleende de staatssecretaris op 24 september 2018 eervol ontslag aan de ambtenaar, met ingang van 1 november 2018. Dit besluit werd later opgeschort tot 1 december 2018. De ambtenaar ging in beroep tegen het besluit van de staatssecretaris, omdat hij van mening was dat de re-integratie-inspanningen onvoldoende waren en dat er geen zorgvuldig herplaatsingsonderzoek had plaatsgevonden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd en dat de ambtenaar zelf ook heeft aangegeven terug te willen keren naar zijn eigen functie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot ontslagverlening gebruik heeft kunnen maken, omdat de ambtenaar niet had onderbouwd welke re-integratie-inspanningen waren nagelaten. De rechtbank concludeerde dat de ambtenaar onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen en dat de re-integratiepogingen niet als onzorgvuldig konden worden aangemerkt. Het beroep van de ambtenaar werd ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige re-integratie-inspanningen door de werkgever en de noodzaak voor de werknemer om zijn stellingen te onderbouwen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak gepubliceerd op de website van de rechtspraak.