ECLI:NL:RBDHA:2020:7671

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 juli 2020
Publicatiedatum
12 augustus 2020
Zaaknummer
rekestnummers: C/09/595467 / FT RK 20/688 en C/09/595468 / FT RK 20/689
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen wegens ontbreken van vereiste documenten en pogingen tot schuldregeling

In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], beiden woonachtig te [adres] [postcode en woonplaats], op 6 juli 2020 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP). In hun verzoek stelden zij dat zij schuldhulpverlening hadden aangevraagd bij de gemeente [A], maar dat deze was stopgezet op 25 februari 2020 omdat zij zich niet aan de voorwaarden hadden gehouden. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hebben hierop geen reactie ontvangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet een bijlage vereist is waaruit blijkt dat er pogingen zijn gedaan om tot een schuldregeling te komen met de schuldeisers. Deze verklaring kan worden opgesteld door de gemeente, een advocaat, of een andere bevoegde instantie. Aangezien verzoekers deze verklaring niet hebben overgelegd, kon het verzoek niet in behandeling worden genomen.

De rechtbank heeft verzoekers geadviseerd om zich opnieuw tot de gemeente of een andere schuldhulpverlenende instelling te wenden om een minnelijke regeling te beproeven. Pas na het verkrijgen van de benodigde documenten en een verklaring kan een nieuw verzoek tot toepassing van de WSNP worden ingediend. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om verzoekers niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummers: C/09/595467 / FT RK 20/688 en C/09/595468 / FT RK 20/689
vonnis van 23 juli 2020
in de zaak van
[verzoeker],
en
[verzoekster],
beiden wonende te [adres]
[postcode en woonplaats],
verzoekers,
hebben verzoekers op 6 juli 2020 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
In de toelichting bij het verzoek voeren verzoekers aan dat zij schuldhulpverlening hebben aangevraagd bij de gemeente [A] om een schuldregeling mogelijk te maken. Bij besluit van 25 februari 2020 heeft de gemeente [A] de schuldhulpverlening stopgezet, met als motivering dat verzoekers zich niet aan de voorwaarden van de schuldhulpverlening hebben gehouden. Verzoekers stellen dat zij tegen dit besluit bij brief van 20 mei 2020 bezwaar hebben ingesteld, maar hierop niets meer hebben vernomen.
In artikel 285 lid 1 onder f van de faillissementswet is bepaald dat bij het verzoek tot toepassing van de WSNP een bijlage dient te zijn gevoegd waaruit blijkt dat er pogingen zijn gedaan om tot een schuldregeling te komen met de schuldeisers. Zo’n verklaring kan worden opgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente van de woonplaats van de verzoekers. De verklaring kan ook worden opgesteld door een advocaat, of een bewindvoerder of door een instantie die daartoe gemandateerd is door de gemeente.
Nu een verklaring als hierboven genoemd ontbreekt, kan het verzoek niet in behandeling worden genomen. Daarnaast ontbreken ook de volgende stukken:
  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;
  • Een origineel uittreksel uit de Basisregistratie Personen met vermelding van de burgerlijke staat (niet ouder dan één maand);
  • Een recente loonstrook en/of uitkeringsspecificatie (niet ouder dan twee maanden);
  • De vermelding van de data waarop de schulden zijn ontstaan;
  • De vermelding van de oorspronkelijke schuldeiser van schulden bij een deurwaarder of incassobureau;
  • Een recente (niet ouder dan vier maanden) specificatie van de schulden aan de Belastingdienst;
  • Een recente (niet ouder dan vier maanden) specificatie van de schulden bij het UWV;
  • Een origineel uittreksel (niet ouder dan één maand) van de Kamer van Koophandel als bedoeld in artikel 22 tweede lid van de Handelsregisterwet;
  • Jaarstukken van de laatste drie jaar van de onderneming van verzoeker of een verklaring dat deze niet zijn opgemaakt;
  • Rapportage van de schuldbemiddelaar betreffende het minnelijk traject.
De rechtbank adviseert verzoekers zich opnieuw tot de gemeente te wenden, dan wel tot een andere schuldhulpverlenende instelling om eerst een minnelijke schuldregeling te beproeven met alle schuldeisers. Verzoekers kunnen zich dan opnieuw - vertegenwoordigd of bijgestaan door de daartoe bevoegde hulpverlenende instantie - wenden tot de rechtbank met een nieuw verzoek tot toepassing van de WSNP, met als bijlagen alle bovengenoemde stukken.
In het onderhavige verzoek zullen verzoekers niet-ontvankelijk verklaard worden.

De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek.
Gewezen door mr. W.J. Don, rechter, uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2020 in tegenwoordigheid van A. van Groningen Schinkel, griffier.