In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], beiden woonachtig te [adres] [postcode en woonplaats], op 6 juli 2020 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP). In hun verzoek stelden zij dat zij schuldhulpverlening hadden aangevraagd bij de gemeente [A], maar dat deze was stopgezet op 25 februari 2020 omdat zij zich niet aan de voorwaarden hadden gehouden. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hebben hierop geen reactie ontvangen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet een bijlage vereist is waaruit blijkt dat er pogingen zijn gedaan om tot een schuldregeling te komen met de schuldeisers. Deze verklaring kan worden opgesteld door de gemeente, een advocaat, of een andere bevoegde instantie. Aangezien verzoekers deze verklaring niet hebben overgelegd, kon het verzoek niet in behandeling worden genomen.
De rechtbank heeft verzoekers geadviseerd om zich opnieuw tot de gemeente of een andere schuldhulpverlenende instelling te wenden om een minnelijke regeling te beproeven. Pas na het verkrijgen van de benodigde documenten en een verklaring kan een nieuw verzoek tot toepassing van de WSNP worden ingediend. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om verzoekers niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek.