ECLI:NL:RBDHA:2020:7654
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Rohingya-echtpaar met Pakistaans paspoort
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2020 uitspraak gedaan in de asielaanvragen van een Rohingya-echtpaar, dat zich op hun Pakistaanse nationaliteit beriep. De aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de aanvragen als ongegrond werden beschouwd. Eisers, die uit de Verenigde Arabische Emiraten naar Nederland waren gekomen, stelden dat zij vanwege hun Rohingya-achtergrond niet konden terugkeren naar Pakistan, waar zij vreesden voor arrestatie en discriminatie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de aanvragen terecht had afgewezen, omdat eisers niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij de Pakistaanse nationaliteit niet bezaten en dat zij bij terugkeer naar Pakistan een reëel risico op ernstige schade zouden lopen. De rechtbank concludeerde dat de door eisers ervaren discriminatie niet voldoende was om hen als vluchtelingen te kwalificeren volgens het Vluchtelingenverdrag. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees erop dat de staatssecretaris de asielaanvragen zorgvuldig had beoordeeld, conform de geldende richtlijnen.