2.8Bij het primaire besluit heeft verweerder vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de woningen [adres 1] [huisnummer] , [huisnummer] , [huisnummer] , [huisnummer] en [adres 2] [huisnummer] te [plaats] door het wijzigen van de indeling, het maken van constructieve doorbraken, trappen en het plaatsen van een bouwlaag ten behoeve van 5 nieuwe woningen.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit, conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften van 26 maart 2020, gehandhaafd en met inachtneming van de motivering in het advies, de benodigde afwijking verleend voor de parkeereis ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1°, van de Wabo voor 3 parkeerplaatsen. Verweerder heeft in het bestreden besluit overwogen dat geen rechtsregel het indienen van een gewijzigde aanvraag voor het bouwplan verbiedt. Daarnaast is overwogen dat verzoekers een eigen mening over het bouwplan hebben gegeven (‘verbrokkeld plan, straatbeeld uit balans’), maar geen onafhankelijk, deskundig tegenadvies is overgelegd. Verder is overwogen dat, afgezien van de regels met betrekking tot het parkeren, niet gebleken is dat het bouwplan voorts in strijd is met een van de in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo genoemde weigeringsgronden. Daarnaast is overwogen dat afdoende duidelijk inzichtelijk is gemaakt dat de parkeereis 5 parkeerplaatsen bedraagt. De aanvraag voorziet in 2 parkeerplaatsen op eigen terrein. Voor de overige 3 parkeerplaatsen zijn contracten voor de huur van garageboxen voor 10 jaar overgelegd met een schriftelijke onderbouwing, die zich binnen een loopafstand van maximaal 500 meter bevinden. Daarom heeft verweerder de benodigde afwijking voor de parkeereis toegestaan ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1°, van de Wabo.
Verweerder heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat de wijziging van de aanvraag, die op het aantal appartementen zag, namelijk van 8 naar 5, als een beperkte wijziging dient te worden aangemerkt. Zodoende was een nieuwe officiële omgevingsvergunning-aanvraag niet vereist. Verder heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de reactie van SCALA architecten van 27 februari 2020 niet als een deskundig tegenadvies kan worden beschouwd, omdat in dit document niet wordt ingegaan op de inhoud van het welstandsadvies en daarmee het positieve welstandsadvies van 28 augustus 2019 inhoudelijk niet wordt bestreden.
4. Verzoekers voeren aan dat met de bouw niet wordt voldaan aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan en dat afspraken van het gemeentelijk dakopbouwbeleid worden genegeerd. Daarnaast stellen verzoekers dat met dit bouwplan het gemeentelijk beschermd stadsgezicht onherstelbaar wordt geschonden. Verder wijzen verzoekers er op dat de bijbehorende - en door de welstandscommissie ambtelijk voorbereide toetsingen - een kap tonen over vrijwel het volledige blok en ook de 8 - in de aanvragen - genoemde appartementen. De nu afgegeven omgevingsvergunning behelst slechts 5 huisnummers, waarmee duidelijk wordt dat hetgeen gerealiseerd gaat worden, zeker geen volledige kap zal zijn. Er is verder volgens verzoekers aantoonbaar burenrecht geschonden en bij diverse vergunningaanvragen aantoonbaar op oneigenlijke wijze gebruik gemaakt van huisadressen die niet in bezit zijn van de projectontwikkelaar. Het vergunde bouwplan voldoet op geen enkele manier aan de door de commissie afgegeven adviezen. Door niet te bouwen op [adres 1] [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] , maar wel te bouwen op [adres 1] [huisnummer] , ontstaat daar ter plekke een zelfstandig appartement in een dakopbouw. Dit is volgens het bestemmingsplan niet toegestaan. Door de ‘hap eruit’ boven [adres 1] [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] is niet langer sprake van de door welstand benoemde ‘herkenbare kapverdieping rondom’. ‘De oorspronkelijke waardevolle karakteristiek van het pand of ensemble, gelegen in gemeentelijk beschermd stadsgezicht’ wordt door dit handelen aangetast. Daarnaast stellen verzoekers dat in het bestreden besluit ten onrechte is vermeld dat het tegenadvies door een deskundige ontbrak, aangezien een deskundige van Scala Architecten op de hoorzitting het woord heeft gevoerd en op 27 februari 2020 een pleitnotitie heeft aangeleverd.
Vervolgens voeren verzoekers aan dat voor de wijziging in het bouwplan een nieuwe officiële aanvraag ingediend had moeten worden. Tenslotte is sprake van een tekort van 3 parkeerplaatsen en voldoen de 5 parkeerplaatsen niet aan de eisen, aldus verzoekers.
5. De door verweerder opgeworpen vraag of verzoekster [verzoeker 3] ontvankelijk is in haar beroep vergt naar het oordeel van de voorzieningenrechter nader onderzoek en leent zich daarom niet voor beantwoording in deze procedure. Dit betekent dat de voorzieningenrechter op dit moment niet tevens uitspraak kan doen in de bodemprocedure. Ten aanzien van de overige verzoekers doet deze vraag zich niet voor.