ECLI:NL:RBDHA:2020:7614

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2020
Publicatiedatum
11 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/595019 / FA RK 20-4033
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 24 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1997, die lijdt aan schizofrenie en andere psychotische stoornissen. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum, waarbij de betrokkene niet aanwezig was, ondanks herhaalde verzoeken van de verpleging om aanwezig te zijn. De advocaat van de betrokkene, mr. M.Y. van der Bijl, stelde dat het verzoek afgewezen moest worden, omdat het goed ging met de betrokkene en hij op vrijwillige basis zorg kon ontvangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene bekend is met chronische psychosen en dat hij niet goed reageert op de aangeboden zorg. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden, gezien het gedrag van de betrokkene en de risico's die hij met zich meebracht.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, met F.A.M. Vreeswijk als griffier, en is vastgesteld op 11 augustus 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/595019 / FA RK 20-4033
Datum beschikking: 10 juli 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. M.Y. van der Bijl te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 16 juni 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 30 april 2020 met bijlagen;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 22 juni 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
  • de advocaat, mr. M.Y. van der Bijl;
  • de [psychiater 2] .
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Nadat de verpleging betrokkene – op verzoek van de rechtbank ook tijdens de telefonische behandeling – een aantal malen had gevraagd aanwezig dient te zijn bij de zitting, heeft betrokkene steeds geweigerd. De advocaat heeft hierop aangegeven het geen bezwaar te vinden dat de behandeling zonder aanwezigheid van betrokkene plaats zal vinden.

Standpunten ter zitting

De psychiater heeft naar voren gebracht dat betrokkene bekend is met chronische psychosen. Betrokkene is zeer snel geprikkeld en dit uit zich in agressief gedrag. Betrokkene reageert niet goed op de aangeboden intensieve begeleiding en medicatie. Zelfs een klinische behandeling levert niets op. Met het ambulante team wordt gekeken of betrokkene weer naar huis kan, maar wel met een zorgmachtiging. Betrokkene kan niet op vrijwillige basis behandeld worden. Tijdens de opname heeft betrokkene agressief gedrag vertoont tegen een verpleger. Betrokkene kan ook angstig zijn waardoor ernstig nadeel optreedt. Soms is het nodig om dwang toe te passen. De zorgmachtiging is nodig om snel en adequaat in te kunnen grijpen als betrokkene terugvalt. De ouders willen betrokkene weer graag thuis hebben.
De advocaat heeft zich namens betrokkene op het standpunt gesteld dat het verzoek dient te worden afgewezen. Het gaat goed met betrokkene. Hij is blij met de zorg en is het overal mee eens en doet wat hem gevraagd wordt. Betrokkene kan op vrijwillige basis zorg ontvangen. De ouders staan hem goed bij.

Beoordeling

Op 2 oktober 2019 is door de rechtbank een nieuwe voorwaardelijke machtiging op grond van de Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen verleend tot en met 15 juli 2020. Deze voorwaardelijke machtiging is in januari 2020 geconverteerd, waarna betrokkene in de accommodatie is opgenomen.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie en andere psychotische stoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
De psychiater heeft ter zitting aangegeven dat niet alle in het verzoek vermelde vormen van verplichte zorg thans noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, te weten het toedienen van vocht en het toedienen van voeding, het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen. De rechtbank zal het verzoek in zoverre dan ook afwijzen.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, nu betrokkene vanwege zijn toestandsbeeld regelmatig dreigend en agressief kan zijn en dan tegen zijn wil moet worden ingegrepen om ernstig nadeel af te wenden. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid, alleen bij een opname;
- insluiten, alleen bij een opname;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene, alleen bij een opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam, alleen bij een opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen, alleen bij een opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen, alleen bij een opname;
- opnemen in een accommodatie, voor de duur van één maand en daarna bij
decompensatie waardoor ernstig nadeel dreigt en enkel zolang absoluut noodzakelijk is,
zulks ter beoordeling door de geneesheer-directeur.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene. Daarbij is van belang dat bij een decompensatie, die voorzienbaar is gelet op het chronische toestandsbeeld van betrokkene, snel moet kunnen worden ingegrepen vanwege het ernstig nadeel dat kan ontstaan en om het ziektebeeld van betrokkene zo gunstig mogelijk te laten verlopen.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid, alleen bij een opname;
- insluiten, alleen bij een opname;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene, alleen bij een opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam, alleen bij een opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen, alleen bij een opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen, alleen bij een opname;
- opnemen in een accommodatie, voor de duur van één maand en daarna bij decompensatie waardoor ernstig nadeel dreigt en enkel zolang absoluut noodzakelijk is,
zulks ter beoordeling door de geneesheer-directeur.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 09 januari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, bijgestaan door
F.A.M. Vreeswijk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 augustus 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.