ECLI:NL:RBDHA:2020:7444
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 augustus 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek is ingediend door de officier van justitie op 25 mei 2020, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene, een vrouw geboren in 1965 in Turkije. De rechtbank heeft op 24 juli 2020 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij de betrokkene niet aanwezig was, ondanks pogingen om haar telefonisch te bereiken. De advocaat van de betrokkene heeft het verzoek betwist en gewezen op de veroudering van de medische informatie. De arts-assistent en de casemanager hebben echter verklaard dat de betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van bipolaire type, wat leidt tot ernstig nadeel en de noodzaak voor verplichte zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en heeft de zorgmachtiging verleend, met inachtneming van de wettelijke beslistermijnen en de noodzaak om ernstig nadeel af te wenden. De machtiging geldt tot en met 22 november 2020.