ECLI:NL:RBDHA:2020:7433
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na intrekking en herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E. Kaya, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door F. Latenstein. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat op 23 september 2019 het bezwaar van eiseres tegen de weigering van een WIA-uitkering ongegrond had verklaard. Eiseres had eerder een WGA-uitkering ontvangen, maar deze was per 28 november 2016 ingetrokken omdat zij toen voor minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres meldde op 16 januari 2019 een verslechtering van haar gezondheidstoestand en vroeg om herbeoordeling. Verweerder stelde echter dat er geen toename van arbeidsongeschiktheid was, gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen. Tijdens de zitting op 28 juli 2020 werd de zaak besproken, waarbij eiseres haar standpunt over de toegenomen beperkingen naar voren bracht, ondersteund door een expertise-rapport van 15 juli 2020. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de beperkingen van eiseres juist hadden ingeschat. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. D.A.J. Overdijk, rechter, in aanwezigheid van griffier W.M. Colpa.