Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2020 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2. Verweerder heeft eisers aanvraag afgewezen, omdat eiser volgens hem niet heeft aangetoond dat hij de vader van [minderjarige] is. Ook heeft eiser volgens verweerder niet aannemelijk gemaakt dat hij zorg- en opvoedingstaken heeft voor [minderjarige] en dat er een afhankelijkheidsrelatie tussen hen bestaat.
Eiser is het daar niet mee eens. Hij voert aan dat verweerder ten onrechte geen familierechtelijke band tussen hem en [minderjarige] heeft aangenomen. Eiser wijst er in dit kader op dat de gemeente Amersfoort toestemming aan eiser heeft gevraagd voor de verlenging van het paspoort van [minderjarige] , waaruit volgens eiser blijkt dat de gemeente de familieband erkent. Daarnaast blijkt volgens eiser uit het arrest Chavez-Vilchez [1] dat het niet om een biologische ouder hoeft te gaan, maar dat ook stiefouderschap een familierechtelijke band oplevert. Verder heeft verweerder volgens eiser ten onrechte geen DNA-onderzoek aangebonden vanwege eisers bewijsnood. Eiser betoogt daarnaast ter zitting dat uit het uittreksel uit de Basisregistratie personen (Brp) volgt dat hij en de moeder van [minderjarige] gehuwd zijn, en dat verweerder niet twijfelt aan het bestaan van dat huwelijk. Omdat [minderjarige] uit dat huwelijk geboren is, volgt daaruit eisers familierechtelijke band met hem, aldus eiser.