ECLI:NL:RBDHA:2020:7189
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid in de Rechtbank Den Haag
Op 20 juli 2020 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechters in een lopende procedure. Het verzoeker heeft de wrakingskamer gewraakt op basis van vergelijkbare feiten en omstandigheden als het eerdere wrakingsverzoek tegen de rechter in de hoofdzaak. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsprotocol van de rechtbank Den Haag voorziet in de mogelijkheid om een verzoek tot wraking van de wrakingskamer af te wijzen zonder behandeling ter zitting, indien het verzoek is gebaseerd op dezelfde feiten als het oorspronkelijke verzoek tegen de rechter in de hoofdzaak. In dit geval heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek gegrond op procedurele beslissingen, zoals de afwijzing van verzoeken om uitstel en meer spreektijd. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat deze feiten en omstandigheden voor elke wrakingskamer gelden en heeft het verzoek tot wraking daarom afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.