ECLI:NL:RBDHA:2020:7127

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2020
Publicatiedatum
29 juli 2020
Zaaknummer
C/09/596763 / FA RK 20-4873
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor orgaandonatie van een minderjarige donor

Op 29 juli 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toestemming voor orgaandonatie van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige 1]. Het verzoekschrift is ingediend door het Leids Universitair Medisch Centrum, dat toestemming vroeg voor de verwijdering van beenmerg van [minderjarige 1] ten behoeve van zijn broer, [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een medische verklaring van de behandelend arts en een verklaring van een kinderpsycholoog, die bevestigen dat de verwijdering van het beenmerg geen blijvende gevolgen zal hebben voor de gezondheid van [minderjarige 1].

De ouders van [minderjarige 1] zijn gehuwd en gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. [minderjarige 1] verblijft bij hen thuis, terwijl de ontvanger, zijn broer, in het ziekenhuis verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontvanger in levensgevaar verkeert en dat de kans op genezing alleen kan worden verhoogd door middel van een beenmergtransplantatie. De ouders hebben hun toestemming gegeven voor de orgaandonatie, en de kinderrechter heeft geoordeeld dat aan de wettelijke vereisten is voldaan.

Gelet op de overgelegde stukken en de verklaringen van de betrokkenen, heeft de kinderrechter besloten om de gevraagde toestemming voor de orgaandonatie te verlenen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de toestemming onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beslissing kunnen worden aangewend.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/596763 / FA RK 20-4873
Datum uitspraak: 29 juli 2020

Toestemming van de kinderrechter ex artikel 5 Wet op de orgaandonatie

Uitspraakop het op 29 juli 2020 ingekomen verzoekschrift van het Leids Universitair Medisch Centrum (hierna: het ziekenhuis).
betreffende:

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedag 1] 2004 te [geboorteplaats 1] ,

de minderjarige donor, hierna te noemen [minderjarige 1] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,

[de vrouw] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] .

Procedure

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift, waarbij zich bevinden:
- een ondertekende medische verklaring van de behandelend arts dat het te verwijderen orgaan beenmerg betreft, hetgeen een regenererend orgaan is, waarvan verwijdering geen blijvende gevolgen zal hebben voor de gezondheid van [minderjarige 1] , en welk orgaan ten behoeve is van de broer van de donor,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2020 te [geboorteplaats 2] , (hierna: de ontvanger).
Voorts is verklaard dat een aanzienlijke verhoging van de kans op genezing van de ontvanger op geen andere wijze te bereiken is dan door middel van een beenmergtransplantatie;
- een ondertekende verklaring van een kinderpsycholoog dat geen bezwaren zijn gevonden om [minderjarige 1] donor te laten zijn;
- door de ouders van [minderjarige 1] en [minderjarige 1] zelf ondertekende toestemmingsverklaringen.

Feiten

-De vader en moeder zijn met elkaar gehuwd.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige 1] verblijft feitelijk bij de ouders thuis.
- Adam verblijft in het ziekenhuis.

Beoordeling

Op basis van de overgelegde stukken is de kinderrechter van oordeel dat voldoende is vast komen te staan dat:
- sprake is van verwijdering van een regenererend orgaan;
- de verwijdering geen blijvende gevolgen heeft voor de gezondheid van [minderjarige 1] ;
- dat de ontvanger in levensgevaar verkeert, welk levensgevaar niet op een andere wijze even goed kan worden afgewend;
- dat de ouders en – voor zover mogelijk – de donor door het ziekenhuis op duidelijke wijze mondeling en schriftelijk zijn geïnformeerd over de aard en het doel van de verwijdering en de te verwachten gevolgen voor de donor;
- dat de ouders met gezag toestemming hebben gegeven voor de verwijdering;
- dat is voldaan aan het in artikel 5, tweede lid, van de Wet op de orgaandonatie gestelde vereiste dat de verwijdering van het orgaan slechts geschiedt ten behoeve van implantatie bij een bloedverwant tot en met de tweede graad.
Gezien het vorenstaande is de kinderrechter van oordeel dat de verzochte toestemming tot bovenvermelde orgaandonatie ten aanzien van [minderjarige 1] kan worden verleend.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent het ziekenhuis toestemming tot verwijdering van beenmerg bij [minderjarige 1] met het hiervoor omschreven doel;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juli 2020 in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte als griffier.