ECLI:NL:RBDHA:2020:7123
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde vaststelling en geschil over onroerende zaak in Den Haag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is het beroep van eiser tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning ongegrond verklaard. De zaak betreft een tussen-herenhuis, gebouwd in 1901, gelegen aan [straat] [huisnummer] in [plaats]. De waarde van de woning was vastgesteld op € 500.000 door de gemeente, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 440.000. Eiser betwistte deze waarde en stelde dat de gemeente de waarde te hoog had vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de gemeente aannemelijk had gemaakt dat de waarde niet te hoog was vastgesteld, door gebruik te maken van vergelijkingsobjecten in de buurt en rekening te houden met de staat van onderhoud van de woning. De rechtbank benadrukte dat de WOZ-waarde voor elk tijdvak opnieuw moet worden vastgesteld op basis van actuele marktgegevens. De rechtbank concludeerde dat de gehanteerde prijs per m² voor de opstal, die aanzienlijk lager was dan die van vergelijkingsobjecten, voldoende rekening hield met de slechte staat van onderhoud van de woning. De uitspraak werd gedaan op 29 juli 2020, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.