ECLI:NL:RBDHA:2020:6992
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing verzoek vervanging gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 juli 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ondertoezichtstelling was eerder ambtshalve verlengd op 27 maart 2020 vanwege de coronamaatregelen. De vader van de minderjarigen had verzocht om vervanging van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, door Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De kinderrechter heeft de verzoeken behandeld tijdens een zitting met gesloten deuren, waarbij de minderjarigen ook zijn gehoord.
De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn en dat verlenging noodzakelijk is. De kinderrechter benadrukte het belang van contactherstel tussen de vader en de minderjarigen, maar ook dat dit in het tempo van de kinderen moet gebeuren. De vader en de moeder konden onderling geen afspraken maken, wat de noodzaak voor een onafhankelijke derde onderstreept.
Wat betreft het verzoek tot vervanging van de gecertificeerde instelling, oordeelde de kinderrechter dat de huidige jeugdbeschermer steun biedt aan de minderjarigen en dat het in hun belang is om de huidige situatie te handhaven. De kinderrechter wees het verzoek van de vader tot vervanging af, omdat er onvoldoende bewijs was dat de gecertificeerde instelling niet in het belang van de kinderen zou handelen. De kinderrechter besloot de ondertoezichtstelling te verlengen tot 11 april 2021 en de afwijzing van het vervangingsverzoek te bevestigen.