Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
[de vrouw] ,
Procesverloop
[psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend op 15 juli 2020 en betrof een betrokkene, geboren in 1949, die momenteel verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling, wat heeft geleid tot een telefonische hoorzitting met andere betrokkenen, waaronder een psychiater en de advocaat van de betrokkene.
De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene in de accommodatie is geplaatst vanwege ernstige psychische problemen, waaronder een schizo-affectieve stoornis. De betrokkene heeft eerder vrijwillig ECT ondergaan, maar is recentelijk niet meer coöperatief en vertoont agressief gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene en de omgeving, wat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk maakt. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en besloten dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is.
De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken, tot en met 10 augustus 2020. De beschikking is gegeven door mr.drs. C.G. Meeder, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.