ECLI:NL:RBDHA:2020:6990

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2020
Publicatiedatum
24 juli 2020
Zaaknummer
C/09/596087 / FA RK 20-4551
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend op 15 juli 2020 en betrof een betrokkene, geboren in 1949, die momenteel verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling, wat heeft geleid tot een telefonische hoorzitting met andere betrokkenen, waaronder een psychiater en de advocaat van de betrokkene.

De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene in de accommodatie is geplaatst vanwege ernstige psychische problemen, waaronder een schizo-affectieve stoornis. De betrokkene heeft eerder vrijwillig ECT ondergaan, maar is recentelijk niet meer coöperatief en vertoont agressief gedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene en de omgeving, wat de voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk maakt. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en besloten dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is.

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken, tot en met 10 augustus 2020. De beschikking is gegeven door mr.drs. C.G. Meeder, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/596087 / FA RK 20-4551
Datum beschikking: 20 juli 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 15 juli 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1949,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. J.C. Herweijer te Rijswijk Zh.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 14 juli 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente
’s-Gravenhage tot het nemen van de crisismaatregel;
- een op 14 juli 2020 ondertekende medische verklaring van
[psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie (blanco);
- een afschrift van de politiemutaties (blanco).
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [psychiater 2] ;
- de advocaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen, immers is betrokkene opgestaan en weggelopen nadat haar door de psychiater en verpleging is gevraagd mee te komen naar de verhoorkamer.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

De psychiater verklaart dat betrokkene in [verblijfplaats] terecht is gekomen omdat het in de thuissituatie niet langer ging. In verband met psychoses door medicatie in pil-vorm is betrokkene als laatste redmiddel overgezet op ECT voor 1-2 keer in de week. Betrokkene heeft dit jarenlang vrijwillig ondergaan en was daardoor een stuk vrolijker; ze lachte, zong en maakte grapjes. De laatste weken is zij niet meer coöperatief en uit zij zich agressief tegen verpleging en behandelaren. Betrokkene heeft noodmedicatie toegediend gekregen om haar rustig te krijgen. Daarom is de CM ook aangevraagd. De psychiater ziet noodzaak om een zorgmachtiging aan te vragen om te zorgen dat betrokkene niet in herhaling zal vallen.
De advocaat heeft zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
-ernstig lichamelijk letsel
-de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een schizo-affectieve stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Ter zitting is gebleken dat het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek als vorm van verplichte zorg niet nodig is. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene weigert haar ECT te ondergaan. Betrokkene is snel geagiteerd en heeft fysiek geweld gebruikt tegen de behandelaren.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag] 1949,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 augustus 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr.drs. C.G. Meeder, rechter, bijgestaan door
K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.