ECLI:NL:RBDHA:2020:6945
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met verzoek om uitzetting
In deze zaak heeft verzoekster, geregistreerd onder V-nummer [V-nummer], op 23 december 2019 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 27 november 2019 is genomen. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 19/10097. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege blijft totdat er een beslissing is genomen op het beroep.
De voorzieningenrechter heeft op 24 juli 2020 uitspraak gedaan. In deze uitspraak is het beroep van verzoekster ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat er geen connexiteit is met het beroep dat onder zaaknummer 19/10097 is behandeld. Dit betekent dat de voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen, omdat het verzoek niet voldoende samenhangt met het beroep.
De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van mr. S.S.J. van Kooij als griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze later alsnog worden gepubliceerd op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden ingesteld.