ECLI:NL:RBDHA:2020:6943

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 juli 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 10041
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. El-Sharkawi, had op 20 december 2019 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, dat op 22 november 2019 was genomen. Tegelijkertijd met het beroep werd verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitzetting van verzoeker zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van verzoeker aangegeven dat zijn cliënt geen inhoudelijk belang meer had bij de voorlopige voorziening, omdat hij inmiddels rechtmatig verblijf had verkregen. Daarom trok hij het verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg hij wel om een proceskostenveroordeling ten laste van verweerder. Verweerder verzet zich tegen deze proceskostenveroordeling.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van een situatie die een proceskostenveroordeling rechtvaardigde, zoals genoemd in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. De verleende verblijfsvergunning was namelijk gerelateerd aan een nieuwe aanvraag van verzoeker en niet aan de aanvraag die in deze procedure aan de orde was. Het verzoek om proceskostenveroordeling werd daarom afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en deze uitspraak werd gedaan zonder openbare zitting, in verband met de coronamaatregelen.

Uitspraak

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/10041

uitspraak van 24 juli 2020 in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker, V-nummer [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E. El-Sharkawi),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. J. Wieman).

Procesverloop

1. Bij beroepschrift van 20 december 2019 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 22 november 2019. Het beroep is geregistreerd onder Awb 19/10040. Op 20 december 2019 is eveneens verzocht een voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting van verzoeker achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist. Bij uitspraak van heden is op het beroep van verzoeker beslist.

Overwegingen

2. Tijdens de behandeling ter terechtzitting van het beroep, heeft de gemachtigde van eiser desgevraagd aangegeven dat eiser geen inhoudelijk belang meer heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening, nu hij alsnog rechtmatig verblijf heeft gekregen. Het verzoek om een voorlopige voorziening trekt hij daarom in. Wel verzoekt hij om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
3. Verweerder heeft zich tegen een proceskostenveroordeling verzet.
4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (ingevolge artikel 8:84, lid 5, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing in deze procedure). Er is geen sprake geweest van een tegemoetkomen door verweerder als bedoeld in dit artikel. De uiteindelijk verleende verblijfsvergunning ziet op de nieuwe aanvraag van eiser van 31 maart 2020, en niet op de aanvraag van eiser in de onderhavige procedure. Het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten wordt daarom afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 24 juli 2020 gedaan door mr. M. van Nooijen, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S.J. van Kooij, griffier.
Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak nu niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment, voor zover nodig, alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
griffier
De rechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan geen rechtsmiddel worden ingesteld.