ECLI:NL:RBDHA:2020:6905

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 mei 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
UTR 19/7998
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende uitzetting

In deze zaak heeft de verzoeker, met V-nummer [V-nummer], beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat op 18 september 2019 is genomen en geregistreerd onder nummer AWB 19/7997. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege blijft totdat er op het beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid om uitspraak te doen zonder dat partijen worden uitgenodigd voor een zitting, indien het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen lopende bezwaar- of beroepsprocedure meer is, aangezien het eerder door verzoeker ingestelde beroep op 31 december 2019 niet-ontvankelijk is verklaard. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening, zonder verder onderzoek ter zitting, niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan op 19 mei 2020 door mr. V.E. van der Does, in aanwezigheid van griffier O.G.J. Stroek. Vanwege de coronamaatregelen is deze uitspraak niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal, indien nodig, alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/7998

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 mei 2020 in de zaak van

[eiser] , V-nummer [V-nummer] , eiser,

(gemachtigde: mr. T. Harmankaya)
en

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen verweerders besluit van 18 september 2019 (geregistreerd onder nummer AWB 19/7997).
Verzoeker heeft voorts de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat uitzetting achterwege dient te blijven, totdat op het beroep is beslist.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, indien de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
2. Op grond van artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
3. Bij uitspraak van 31 december 2019 heeft de rechtbank het hiervoor genoemde door verzoeker ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat er geen bezwaar– dan wel beroepsprocedure meer loopt, zodat het verzoek met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb zonder onderzoek ter zitting niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 19 mei 2020 door mr. V.E. van der Does, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van O.G.J. Stroek, griffier
.Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.