ECLI:NL:RBDHA:2020:6870

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
C/09/595881 / FA RK 20-4456
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging voorlopige voorziening in het kader van teruggeleiding van een minderjarige naar Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2020 een beschikking gegeven in een verzoek tot wijziging van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door [A], de verzoekster, die in Nederland woont, en betreft de zorgregeling voor het minderjarige kind [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de omstandigheden rondom de teruggeleiding van het kind naar Nederland, zoals opgelegd door de Noord-Ierse rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van partijen en het kind in Nederland is, waardoor zij rechtsmacht heeft om van het verzoek kennis te nemen.

De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen bepaald dat [A] gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning, terwijl [B], de verweerster, ook recht heeft op gebruik van de woning. De rechtbank heeft de verzoeken van [A] om wijziging van de beschikking en om een gerechtelijke verklaring voor een laissez-passer voor het kind afgewezen, omdat de rechtbank niet bevoegd is om een laissez-passer af te geven. De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de 'soft return' van het kind naar Nederland, maar dat er nog geen overeenstemming is over de voorlopige zorgregeling.

De rechtbank heeft de beslissing over de toevertrouwing van het kind en de zorgregeling aangehouden tot een nader te bepalen zitting, waarbij partijen hun verhinderdata dienen op te geven. De beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 20-4456
Zaaknummer: C/09/595881
Datum beschikking: 17 juli 2020

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 10 juli 2020 ingekomen verzoek van:

[naam partij 1] ,

verzoekster,
hierna: [A] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.A.M. Koorn-Harkema te Leiden.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[naam partij 2] ,

verweerster,
hierna: [B] ,
wonende te [woonplaats] doch verblijvende in Noord-Ierland.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.

Verzoek en verweer

Bij beschikking van deze rechtbank van [datum beschikking] 2020 is bepaald dat [A] bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [woonplaats] ( [postcode] ), [adres] – met inbegrip van de inboedel – en beveelt mitsdien dat [B] die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
[A] verzoekt thans voormelde beschikking te wijzigen in die zin dat de rechtbank thans:
- bepaalt dat de [B] gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te [woonplaats] ( [postcode] ), [adres] ;
- het minderjarige kind van partijen, [naam minderjarige] geboren op
[geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] (hierna: [voornaam minderjarige] ), aan [B] toevertrouwt;
- een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van [voornaam minderjarige] vaststelt, als vermeld onder 10 en 11 van het verzoekschrift.
Voorts verzoekt [A] de rechtbank een gerechtelijke verklaring te ondertekenen, opdat een laissez-passer voor [voornaam minderjarige] kan worden afgegeven, al het voorgaande voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
[A] doet haar verzoek steunen op de stelling dat de omstandigheden na de dagtekening van de beschikking zijn gewijzigd.

Beoordeling

Rechtsmacht
De rechtbank stelt allereerst vast dat zij rechtsmacht heeft omdat de gewone verblijfplaats van partijen en [voornaam minderjarige] in Nederland is, om van het onderhavige verzoek kennis te nemen en dat Nederlands recht van toepassing is.
[A] verzoekt om wijziging van de beschikking van [datum beschikking] 2020 omdat dit als voorwaarde is gesteld door de Noord-Ierse Rechtbank voor de teruggeleiding van [voornaam minderjarige] naar Nederland. Uit de door [A] overgelegde beschikking van de ‘High Court of Justice in Northern Ireland Family Division’ (ref: [kenmerk] ) in de teruggeleidingsprocedure tussen [A] en [B] is het volgende bepaald:
5. The Order for the child’s return is subject to the following conditions being met prior to the child returning to the Netherlands:
i. Before the child’s return, the Plaintiff shall obtain an interim order form The Hague Court, Single Chamber, varying the order issued on [datum beschikking] 2020, so that the Defendant, [naam partij 2] shall have the right to use the marital home at (…), including the contents, and that the Plaintiff [naam partij 1] has to leave the marital home and is not allowed to enter it. The long-term occupation of the marital home shall be considered together with the long-term arrangements for [voornaam minderjarige] by a court of competent jurisdiction in the Netherlands. A copy of the Dutch Court Order shall be lodged in Court.
ii. Before the child’s return, the Plaintiff shall issue an application in respect of the arrangements for [voornaam minderjarige] ’s care (residence and contact) in the appropriate court in the Netherlands and shall provide a copy of the notification of the first court hearing date.
6. Upon the Court being satisfied that all conditions set out at paragraph 5 above have been met and the parties having been notified of same, the Defendant shall, within 3 days provide confirmation of lights booked for the return of the child in the week commencing 3 August 2020.
7(..)
8. Both parties shall enter into mutual undertakings as set out in the Schedule attached hereto.
Undertakings provided by the Plaintiff
a. The Plaintiff will forthwith issue an application for interim relief in the Dutch Courts seeking to determine the future residence and contact arrangements for [voornaam minderjarige] . If required the Plaintiff will also seek the permission of the Dutch Courts for the ‘laisser-passer’ emergency travel document for the child to be obtained without the Defendant’s signature.
(..)
Undertakings provided by the Defendant
The Defendant will accept service of any proceedings issued in the Netherlands by the Plaintiff and confirms that service may by be effected by email to [mailadres] by service at her last known address in Northern Ireland (..) and in the Netherlands by service at (…). The Defendant will promptly co-operate with any request and return such documents to the Court as is required of her.
(..)
The Defendant will reside with [voornaam minderjarige] at [woonplaats] , the Netherland. (..)”
Echtelijke woning
De rechtbank stelt vast dat partijen – onder regie van de Ierse rechtbank – overeenstemming hebben bereikt over de ‘soft return’ van [voornaam minderjarige] naar Nederland en dat [B] instemt met de door [A] verzochte toekenning van het voortgezet gebruik van de echtelijke woning aan [B] en leidt hieruit voorts af dat [B] zich refereert aan het door de rechtbank – per email aan haar toegezonden – verzoek. De rechtbank zal dit verzoek dan ook toewijzen.
Toevertrouwing en zorgregeling
[A] heeft voorts verzocht om toevertrouwing van [voornaam minderjarige] aan [B] en een voorlopige zorgregeling. Daarmee heeft [A] voldaan aan de overeenkomst als vermeld onder a. Omdat [voornaam minderjarige] nog niet in Nederland is en partijen (nog) geen overeenstemming hebben over een voorlopige zorgregeling, houdt de rechtbank iedere beslissing op deze verzoeken aan tot een nader te bepalen zitting. Partijen dienen hiertoe hun verhinderdata op te geven binnen veertien dagen na heden.
De rechtbank wijst partijen voorts op dat op verzoek van [A] van 16 april 2020 een bodemprocedure (echtscheiding) aanhangig is bij deze rechtbank onder het zaaknummer c/09/591971 – FA RK 20-2564, waarin de verweertermijn inmiddels is verstreken. Eventuele definitieve beslissingen ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en zorgregeling van [voornaam minderjarige] kunnen in die procedure aan de orde worden gesteld.
Laissez-passer
De rechtbank is niet bevoegd een Laisser-passer ten aanzien van [voornaam minderjarige] af te geven zodat dit verzoek van [A] wordt afgewezen.

Beslissing

De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van [datum beschikking] 2020 van deze rechtbank – :
bepaalt dat [B] bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [postcode] [woonplaats] , [adres] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat partijen binnen veertien dagen na heden hun verhinderdata dienen op te geven voor de periode vanaf 15 augustus 2020 tot 1 oktober 2020;
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de toevertrouwing en voorlopige zorgregeling aan tot een nader te bepalen zitting.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 juli 2020.