ECLI:NL:RBDHA:2020:6861

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
C/09/595510 / FA RK 20-4271
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 9 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1998, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 6 juli 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 5 juli 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, een arts-assistent, een psychiater en een verpleegkundige aanwezig waren. Vanwege de COVID-19 maatregelen vond de zitting telefonisch plaats.

De betrokkene heeft verklaard dat hij vrijwillig in de kliniek wil blijven, maar de arts-assistent heeft aangegeven dat hij nog in een psychotische fase verkeert en dat stabilisatie tijd nodig heeft. De psychiater bevestigde dat de toestand van de betrokkene ernstig was en dat hij onder politiebegeleiding naar de accommodatie was gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de veiligheid van anderen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 30 juli 2020. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/595510 / FA RK 20-4271
Datum beschikking: 09 juli 2020

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Beschikkingnaar aanleiding van het op 06 juli 2020 door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1998 [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. E.A.E.G.J. Libosan waarnemend voor mr. M.F. Laning te Voorschoten.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 06 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 05 juli 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag tot het nemen van de crisismaatregel;
  • een op 5 juli 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 09 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- betrokkene, in het bijzijn van de [psychiater 2] , de [arts-assistent] en de [verpleegkundige]
- de advocaat;
Allen zijn akkoord met deze wijze van horen.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft verklaard dat hij best vrijwillig in de kliniek opgenomen wil worden omdat hij nu heel rustig in zijn hoofd is. Hij doelt dan op een paar dagen, geen maand. Betrokkene wil weer gaan werken en focussen op zijn hobby’s (muziek en zang). Betrokkene heeft beschermd wonen en daar gaat het wel goed.
De arts-assistent bevestigt dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire-I stoornis en cannabisgebruik. Betrokkene is gedecompenseerd en verkeert nog in een psychotische fase. Hij heeft een aantal weken nodig om stabiel te worden, zijn rust te herwinnen en om te werken aan hoe in de toekomst een herhaling, van een situatie die nu heeft geleid tot een crisisopname, kan worden voorkomen.
De psychiater benadrukt dat het een aantal dagen terug erg slecht ging met betrokkene; hij heeft op de OVP noodmedicatie toegediend gekregen en is met handboeien en onder politiebegeleiding naar [verblijfplaats] gebracht. Hij was in een manisch psychotische toestand. Zijn toestand is nu wel enigszins verbeterd ten gevolge van de toegediende noodmedicatie, maar er is echt nog tijd nodig om hem in gestabiliseerde toestand naar huis toe te kunnen laten gaan. Betrokkene is op basis van een kamerprogramma pas sinds één dag gemobiliseerd op de afdeling. Dit programma kent voldoende rustmomenten, zodat betrokkene niet overprikkeld raakt. Bovendien is het belangrijk betrokkene te begeleiden en monitoren op al dan niet drugsgebruik. De verleiding te gebruiken is voor hem nog groot.
De advocaat heeft geen verweer gevoerd, maar merkt wel op dat betrokkene daar graag voor een kortere periode wil verblijven.
De verzochte vormen van verplichte zorg worden doorgenomen.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten manisch psychotisch toestandsbeeld in het kader van een bipolaire stoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
Ter zitting is gebleken dat het toedienen van vocht en voeding en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen als vormen van verplichte zorg niet nodig zijn. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Betrokkene geeft weliswaar ter zitting aan dat hij vrijwillig wilt blijven, maar zijn manische beeld is op dit moment nog te ernstig wat maakt dat zijn oordeel, volgens de arts, hierin wisselend is.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 juli 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 09 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.