Op 21 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen een omgevingsvergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop, vorderde een schorsing van de vergunning voor de bouw van een recreatie eiland in de Langeraarse plassen. De vergunning was verleend op 1 april 2020 en betrof de bouw van een uitkijktoren, opslagruimten en sanitaire voorzieningen. Verzoeker, die op ongeveer 400 meter van het geplande eiland woont, vreesde voor parkeeroverlast door de bezoekers van het eiland.
Tijdens de zitting op 14 juli 2020, die via een videoverbinding plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoeker en verweerder gehoord. Verweerder stelde dat er geen extra parkeergelegenheid wordt aangelegd en dat de bestaande parkeerplaatsen in het dorp niet voldoende zijn om de extra vraag te dekken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, maar dat de omgevingsvergunning niet geweigerd kon worden op basis van parkeernormen, aangezien deze niet van toepassing waren op de vergunde bouwwerken.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen grond was om de omgevingsvergunning te weigeren. De uitspraak werd gedaan door mr. J. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. S.P. Jadoenathmisier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.