ECLI:NL:RBDHA:2020:6818
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering aan eiseres, die zich had ziekgemeld na haar bevallingsverlof. Eiseres, voorheen werkzaam als thuiszorgmedewerkster, had zich op 18 maart 2017 ziekgemeld met lichamelijke en psychische klachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) zorgvuldig hebben gehandeld bij het opstellen van de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) en dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van hun bevindingen. Eiseres had eerder een ZW-uitkering ontvangen, maar de verzekeringsarts b&b concludeerde dat zij per 17 januari 2019 niet meer dan 21,22% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de weigering van de WIA-uitkering. Eiseres voerde aan dat de verzekeringsarts b&b niet zorgvuldig had gehandeld door geen informatie van haar huisarts af te wachten, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende medische gegevens had om tot een juiste beoordeling te komen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de weigering van de WIA-uitkering terecht was.