ECLI:NL:RBDHA:2020:6796

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2020
Publicatiedatum
21 juli 2020
Zaaknummer
NL20.11492
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die asiel heeft aangevraagd, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de aanvraag niet in behandeling is genomen. Dit gebeurde op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft verzocht om een voorlopige voorziening, maar is niet verschenen op de zitting die op 7 juli 2020 heeft plaatsgevonden. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL20.11491) die verband houdt met het beroep van de verzoeker, is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. E.I. Terborg-Wijnaldum, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.J. van Beek. De uitspraak is bekendgemaakt zonder openbare zitting, vanwege de coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.11492

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. R.L. Braakman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W. Griffioen).

Procesverloop

Bij besluit van 27 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.11491, plaatsgevonden op 7 juli 2020. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.11491, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Terborg-Wijnaldum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.J. van Beek, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.