ECLI:NL:RBDHA:2020:6790

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
C/09/594472 / FA RK 20-3811
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 16 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een man, geboren in 1967 in Suriname, die thans verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 2 juli 2020 gehouden, waarbij de betrokkene niet in staat was om zich te laten horen. De arts en verpleegkundige hebben verklaard dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en dat er geen vooruitgang te verwachten is in zijn toestand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene al jaren in de kliniek verblijft en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg besproken en geoordeeld dat deze noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, die geldig is tot en met 2 januari 2021, en heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. J.T.W. van Ravenstein, rechter, en is vastgesteld op 17 juli 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/594472 / FA RK 20-3811
Datum beschikking: 02 juli 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] , Suriname,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. J.I.W.A.M. van Roy-Vissers te Leiden.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 11 juni 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 25 mei 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 15 juni 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [arts] en [verpleegkundige] , in aanwezigheid van betrokkene;
- de advocaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat was zich te doen horen. Op elke hem gestelde vraag heeft hij met onverstaanbaar gemompel of geschreeuw gereageerd. De arts en verpleegkundige hebben tijdens de zitting voor de deur van de kamer van betrokkene gestaan, maar mochten daar van hem niet naar binnen.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

De arts heeft bevestigd dat betrokkene al jaren binnen de kliniek verblijft, dat er sprake is van schizofrenie en dat er geen progressie is te verwachten. De behandeling van betrokkene is gericht op stabiliseren. Betrokkene is erg op zichzelf en leefde jaren zeer geïsoleerd van de buitenwereld in een vrijwel lege kamer. In de afgelopen maanden is er wel meubilair voor betrokkene geregeld, dat hij in zijn leefomgeving tolereert.
De verzochte vormen van verplichte zorg zijn ter zitting één voor één besproken. De arts heeft verklaard dat betrokken zelfstandig en voldoende eet en drink.
De advocaat stelt zich op het standpunt dat er geen betere plek is waar betrokkene kan verblijven dan de plek waar hij nu is. Voorheen kwam hij nooit buiten en leefde hij letterlijk als een aap op een houten plank. Op dit moment wordt er in elk geval goed voor hem gezorgd. Hij verblijft in een speciaal voor hem verbouwde luxe kamer, krijgt eten en drinken via een sluis aangereikt en er wordt gewerkt aan zijn slechte gebit.

Beoordeling

Op 19 juli 2019 is door de rechtbank een machtiging voortgezet verblijf verleend tot en met 9 juli 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
• ernstig lichamelijk letsel
• ernstige materiële schade
• ernstige verwaarlozing
• maatschappelijke teloorgang
• de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
Ter zitting is gebleken dat het toedienen van vocht en voeding als vormen van verplichte zorg niet nodig zijn. De rechtbank zal het verzoek in zoverre afwijzen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Betrokkene verblijft al velen jaren in de accommodatie. Er is maar heel beperkt contact tussen betrokkene en zijn behandelaars. Heel af en toe gaat hij naar buiten met iemand van de verpleging voor koffie of een sigaret, maar meestal raakt hij daar snel van overprikkeld. Betrokkene leeft zo veel mogelijk op zichzelf met zo min mogelijk meubilair om zich heen. Voorheen leefde hij zelfs op een plank in zijn kamer. Op dit moment wordt eraan gewerkt om de kwaliteit van leven van betrokkene te verbeteren; zijn kamer wordt ingericht met meubilair en zijn slechte gebit zal worden behandeld. Gegeven het toestandsbeeld van betrokkene is een langer verblijf in de huidige setting de enige oplossing.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1967, [geboorteplaats] te Suriname,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 januari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.T.W. van Ravenstein, rechter, bijgestaan door
K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.