Op 2 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1983. De officier van justitie had op 29 juni 2020 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel, die eerder op 27 juni 2020 was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een mondelinge zitting, waarbij vanwege de coronamaatregelen telefonisch is gehoord. De betrokkene, die verblijft in een accommodatie, vertoonde gedragingen die duiden op een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstige psychische schade en gevaar voor de veiligheid van personen of goederen. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg besproken en geconcludeerd dat de voorgestelde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 23 juli 2020. De beschikking is gegeven door rechter J.T.W. van Ravenstein, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting.