ECLI:NL:RBDHA:2020:6719

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
20 juli 2020
Zaaknummer
NL20.11045 en NL20.13470
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot overdracht aan Spanje

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL20.11045 en NL20.13470. Verzoekers, die asiel aanvragen, hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. De staatssecretaris had op 14 mei 2020 besloten om de aanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet aan Spanje zouden worden overgedragen totdat op hun beroepen was beslist.

De zitting vond plaats op 14 juli 2020, waar verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de samenhangende beroepszaken (NL20.11044 en NL20.13468), een voorlopige voorziening niet meer mogelijk is. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.

Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten die door de eisers zijn gemaakt. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 525,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en verweerder veroordeeld tot een bedrag van € 1.050,- aan proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.11045 en NL20.13470

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekers] ,

V-nummers: [#1] en [#2] ,
verzoekers,
mede namens hun minderjarig kind
[kind],
V-nummer: [#3]
(gemachtigde: mr. J.E. Groenenberg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. P.P. Zweedijk).

Procesverloop

Bij besluiten van 14 mei 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de beroepszaken met zaaknummers NL20.11044 en NL20.13468, plaatsgevonden op 14 juli 2020. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Tjallema. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht verweerder te verbieden hen aan Spanje over te dragen totdat op hun beroepen is beslist.
Bij uitspraak van vandaag, in de beroepen met zaaknummers NL20.11044 en NL20.13468, heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Wegens het geconstateerde gebrek veroordeelt de rechtbank verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van de verzoekschriften, samenhangende zaken).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.050,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. M.A.J. Arts, griffier.
De uitspraak is gedaan op:
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.