Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. T.Y. Tsang,
verwerende partij,
niet verschenen.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker] en Idols Rijswijk Besloten Vennootschap. [verzoeker] was sinds 19 maart 2018 in dienst als kok bij Idols, maar werd op 16 februari 2020 op staande voet ontslagen. [verzoeker] verzocht de kantonrechter om een verklaring voor recht dat het ontslag onterecht was, een billijke vergoeding van acht maanden salaris, en betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. Idols verscheen niet ter zitting en voerde geen verweer.
De kantonrechter oordeelde dat Idols geen goede reden had voor het ontslag en dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. [verzoeker] kreeg de keuze tussen vernietiging van het ontslag of een billijke vergoeding, en hij koos voor de laatste optie. De kantonrechter kende een billijke vergoeding toe van € 12.449,84, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast werd Idols veroordeeld om binnen zeven dagen een deugdelijke bruto/netto specificatie te overleggen, op straffe van een dwangsom. De kosten van de procedure werden voor een deel aan Idols opgelegd, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van ontslag op staande voet en de rechten van werknemers bij onterecht ontslag. De kantonrechter wees ook op de verplichting van de werkgever om een deugdelijke specificatie van betalingen te verstrekken, wat in dit geval niet was gebeurd.