ECLI:NL:RBDHA:2020:6691

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 mei 2020
Publicatiedatum
17 juli 2020
Zaaknummer
8412601 RP VERZ 20-50190
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Billijke vergoeding na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker] en Idols Rijswijk Besloten Vennootschap. [verzoeker] was sinds 19 maart 2018 in dienst als kok bij Idols, maar werd op 16 februari 2020 op staande voet ontslagen. [verzoeker] verzocht de kantonrechter om een verklaring voor recht dat het ontslag onterecht was, een billijke vergoeding van acht maanden salaris, en betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. Idols verscheen niet ter zitting en voerde geen verweer.

De kantonrechter oordeelde dat Idols geen goede reden had voor het ontslag en dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. [verzoeker] kreeg de keuze tussen vernietiging van het ontslag of een billijke vergoeding, en hij koos voor de laatste optie. De kantonrechter kende een billijke vergoeding toe van € 12.449,84, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast werd Idols veroordeeld om binnen zeven dagen een deugdelijke bruto/netto specificatie te overleggen, op straffe van een dwangsom. De kosten van de procedure werden voor een deel aan Idols opgelegd, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van ontslag op staande voet en de rechten van werknemers bij onterecht ontslag. De kantonrechter wees ook op de verplichting van de werkgever om een deugdelijke specificatie van betalingen te verstrekken, wat in dit geval niet was gebeurd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
kvo/ab
Rolnr.: 8412601 RP VERZ 20-50190
29 mei 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. T.Y. Tsang,
toevoeging verleend d.d.12 maart 2020 met kenmerk 3KT7340,
tegen
Idols Rijswijk Besloten Vennootschap,
gevestigd te Rijswijk,
verwerende partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als “ [verzoeker] ” en “Idols”.

1.Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 26 maart 2020.
Op 15 mei 2020 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij is verschenen mr. Tsang namens [verzoeker] . Namens Idols is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niemand verschenen. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden. Vervolgens is de uitspraak van deze beschikking bepaald op heden.

2.Feiten

2.1
[verzoeker] is bij Idols met ingang van 19 maart 2018 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden als kok, tegen een salaris van € 1.556,23 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.2
Op 16 februari 2020 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.

3.Verzoek, grondslag en verweer

3.1
[verzoeker] verzoekt, na vermindering van eis, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring voor recht dat het op 16 februari 2020 gegeven ontslag ten onrechte is gegeven;
een billijke vergoeding ter hoogte van het brutosalaris over acht maanden;
een vergoeding van € 1.556,23 bruto wegens het schenden van de aanzegplicht;
uitbetaling van achterstallig salaris en vakantiegeld tot het einde van het dienstverband;
en en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 maart 2020, de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke verhoging over het loon en met de wettelijke rente daarover vanaf een in goede justitie te bepalen moment;
Idols te veroordelen tot het verstrekken van een deugdelijke bruto/netto specificatie van al hetgeen zij op grond van de te wijzen beschikking zal voldoen, op straffe van een dwangsom;
met veroordeling van Idols in de kosten van de procedure.
3.2
[verzoeker] legt aan dit verzoek, naast voormelde feiten, het navolgende ten grondslag. Idols heeft geen reden gegeven voor het ontslag op staande voet en het ontslag is ook niet onverwijld gegeven. Er is ook geen sprake van een dringende reden, zodat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Dit is ernstig verwijtbaar, zodat [verzoeker] aanspraak maakt op een billijke vergoeding, ter hoogte van acht maanden het brutosalaris. [verzoeker] heeft met betrekking tot het laatste salaris geen salarisspecificatie ontvangen, zodat hem onduidelijk is hoe het uitbetaalde bedrag is berekend. [verzoeker] verzoekt daarom om betaling van het achterstallige loon en vakantiegeld.
3.3
Idols heeft geen verweer gevoerd.

4.Beoordeling

4.1
Als niet weersproken staat vast dat Idols geen goede reden had voor het ontslag. [verzoeker] heeft dan de keuze: of vernietiging van het ontslag of een billijke vergoeding. [verzoeker] heeft gekozen voor een billijke vergoeding. De verzochte billijke vergoeding komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze wordt toegewezen. [verzoeker] heeft daarnaast geen belang bij de verzochte verklaring voor recht, zodat deze wordt afgewezen. [verzoeker] verzoekt ten aanzien van de billijke vergoeding een bedrag ter hoogte van acht maanden salaris, zodat een bedrag van (8 x € 1.556,23 = ) € 12.449,84 zal worden toegewezen. De wettelijke rente over de billijke vergoeding zal eveneens als op de wet gegrond worden toegewezen, zij het dat de wettelijke rente ingaat op na te melden datum, omdat Idols niet eerder met de betaling daarvan in verzuim is.
4.2
[verzoeker] maakt aanspraak op de aanzegvergoeding. Blijkens artikel 7:668 lid 1 jo. lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) is de werkgever een aanzegvergoeding verschuldigd indien hij een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet tijdig informeert dat deze arbeidsovereenkomst van rechtswege zal eindigen. [verzoeker] heeft echter onweersproken gesteld dat hij een arbeidsovereenkomst heeft voor onbepaalde tijd, zodat de aanzegvergoeding hier niet van toepassing is. Het verzoek zal op dit punt dan ook worden afgewezen.
4.2
[verzoeker] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Dit verzoek zal eveneens worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat er überhaupt buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht en [verzoeker] ook niet heeft toegelicht welk bedrag hij op dit punt verzoekt.
4.3
[verzoeker] verzoekt betaling van achterstallig salaris en vakantiegeld. [verzoeker] heeft daartoe echter slechts gesteld dat hij met betrekking tot zijn laatste salaris geen salarisstrook heeft ontvangen en dat hij daardoor niet weet of hij voldoende salaris uitbetaald heeft gekregen. Daarmee heeft hij niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat er sprake is van achterstallig salaris. Het verzoek zal op dit punt derhalve eveneens worden afgewezen. Nu niet is gebleken dat sprake is van achterstallig salaris, kan ook het verzoek tot het toewijzen van de wettelijke verhoging niet worden toegewezen.
4.4
Op Idols rust de verplichting om met betrekking tot de toegewezen billijke vergoeding een deugdelijke bruto/netto specificatie te verstrekken, zodat het verzoek daartoe zal worden toegewezen, met dien verstande dat daaraan een dwangsom zal worden verbonden van € 100,- per dag, met een maximum van € 5.000,-.
4.5
Idols zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. [verzoeker] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging. Partijen met een toevoeging betalen een lager griffierecht. Gelet op het voorgaande wordt Idols slechts veroordeeld tot betaling van het lagere griffierecht en vergoeding van het – hierna in het dictum vast te stellen – salaris van de gemachtigde. Deze vergoeding voor het salaris moet door de gemachtigde worden verrekend met de op grond van de Wet op de rechtsbijstand aan de gemachtigde toegekende vergoeding.

5.Beslissing

De kantonrechter:
- veroordeelt Idols om binnen drie dagen na heden tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verzoeker] te voldoen een billijke vergoeding van € 12.449,84, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juni 2020 tot de dag van algehele voldoening;
- veroordeelt Idols om binnen zeven dagen na betekening van deze beschikking met betrekking tot de billijke vergoeding een deugdelijke bruto/netto specificatie te overleggen, op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor iedere dag dat Idols hieraan na zeven dagen na de betekening van deze beschikking niet aan zal voldoen, met een maximum van € 5.000,-;
- veroordeelt Idols in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op € 803,- waarvan € 720,- als het aan de gemachtigde van [verzoeker] toekomende salaris;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. I.D. Bellaart en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 mei 2020.