ECLI:NL:RBDHA:2020:6626

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2020
Publicatiedatum
16 juli 2020
Zaaknummer
NL20.148
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Russische vrouw wegens ongeloofwaardige vrees voor ex-man en bloed- en eerwraak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Russische vrouw, eiseres, die vreesde voor haar ex-man en mogelijke bloed- en eerwraak. Eiseres had op 5 september 2018 een asielaanvraag ingediend, waarin zij stelde dat haar ex-man haar in het verleden had mishandeld en met de dood had bedreigd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag afgewezen, omdat de vrees van eiseres niet geloofwaardig werd geacht. Tijdens de zitting op 25 juni 2020 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest.

De rechtbank heeft overwogen dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn, evenals de bedreigingen door haar ex-man. Echter, de rechtbank oordeelde dat de vrees voor toekomstige mishandelingen en de vrees voor bloed- en eerwraak niet aannemelijk zijn gemaakt. Eiseres had in het verleden haar telefoonnummer veranderd en was niet meer bedreigd sinds haar verblijf in Nederland. Bovendien had zij in 2018 kortstondig teruggekeerd naar Grozny, waar haar ex-man woonde, wat volgens de rechtbank niet te rijmen was met haar vrees voor hem.

De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat zij bij terugkeer naar Rusland daadwerkelijk te vrezen had voor haar ex-man. De rechtbank oordeelde dat de vrees voor eerwraak niet voldoende was onderbouwd en dat de autoriteiten in Rusland niet konden worden verweten dat zij geen bescherming konden bieden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Maas, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.148

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres ] , eiseres, V-nummer [V-nummer 1]

[minderjarige], V-nummer [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. F.H. Bruggink),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K. van der Heijden).

ProcesverloopBij besluit van 9 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 juni 2020. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is K.K. Mkrttsjan verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft de Russische nationaliteit en is geboren op [geboortedag 1] 1982.
[minderjarige] is haar minderjarige dochter, geboren op [geboortedag 2] 2019, en zij heeft ook de Russische nationaliteit.
2. Op 5 september 2018 heeft eiseres een asielaanvraag ingediend. Hieraan heeft zij ten grondslag gelegd dat ze vreest voor haar ex-man, die in Noorwegen is veroordeeld voor het mishandelen van eiseres en haar meermalen met de dood heeft bedreigd. Daarnaast vreest ze dat haar huidige echtgenoot vermoord zal worden door een gewapende groepering wegens problemen die hij heeft ondervonden door de weigering van het verkopen van een stuk grond in Rusland.
3. Het asielrelaas bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
 identiteit, nationaliteit en herkomst;
 bedreigingen door haar ex-man;
 verwachte problemen door de doodsbedreigingen door haar ex-man;
 problemen van haar huidige echtgenoot.
Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. Ook de (doods)bedreigingen door haar ex-man worden geloofwaardig geacht. De verwachte problemen met de ex-man worden echter niet geloofwaardig geacht. De problemen van de huidige echtgenoot worden door verweerder evenmin geloofwaardig geacht.
4. Eiseres voert in beroep aan dat het onbegrijpelijk is dat verweerder niet wil volgen dat sprake is van bloed- en eerwraak aangezien eiseres in de zienswijze van 15 mei 2019 heeft toegelicht dat dit cultureel bepaald is. Op dit punt is het besluit onvoldoende gemotiveerd.
Bovendien is niet in geschil dat de ex-man haar al meerdere keren serieus heeft mishandeld. Dat de bedreigingen stopten nadat eiseres was gevlucht en haar telefoonnummer had veranderd, zegt niets over de ongegrondheid van de vrees bij terugkeer. Eiseres heeft juist alles gedaan om te zorgen dat hij haar niet weer zou mishandelen. Dat tegenwerpen is onbehoorlijk en onjuist.
Nu verweerder bij herhaling heeft erkend dat politiebescherming in situaties als de onderhavige in Tsjetsjenië een illusie is, valt niet in te zien waarom verweerder dan toch eiseres tegenwerpt dat zij bescherming had moeten zoeken. Eiseres heeft daarnaast onderbouwd dat het zoeken van overheidsbescherming niet alleen zinloos, maar ook gevaarlijk is. Verweerder gaat hier ten onrechte aan voorbij.
5. De rechtbank overweegt het volgende.
5.1
Eiseres vreest bij terugkeer naar Rusland te worden vermoord door haar ex-man gezien zijn bedreigingen. Ondanks dat eiseres in Noorwegen het slachtoffer is geworden van huiselijk geweld door haar ex-man is de rechtbank van oordeel dat verweerder heeft kunnen stellen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer in Rusland daadwerkelijk voor haar ex-man te vrezen heeft. Zo heeft eiseres verklaard dat de bedreigingen van haar ex-man zijn opgehouden nadat zij haar telefoonnummer had gewisseld en haar telefoonnummer aan niemand heeft gegeven. Sinds ze in Nederland is, is eiseres niet meer bedreigd. Daarnaast is eiseres in 2018 voor kort verblijf teruggekeerd naar Grozny, waar haar ex-man woonachtig is. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat het onbegrijpelijk is dat eiseres juist daar zou onderduiken als zij daadwerkelijk te vrezen had voor haar ex-man. Dat eiseres stelt geen ander alternatief te hebben gehad, doet er niet aan af dat eiseres uit eigen beweging is teruggekeerd naar Grozny. Eiseres heeft ook, via haar nicht, haar ex-man in het bezit gesteld van haar paspoort en documenten. Eiseres heeft hierover verklaard dat ze haar ex-man niet heeft gevraagd waarvoor hij het nodig had en dat ze niet wilde testen wat er zou gebeuren als ze niet meewerkte. Verweerder heeft niet ten onrechte gesteld dat niet kan worden ingezien waarom ze haar paspoort en documenten zou overhandigen aan haar ex-man die haar meerdere malen met de dood heeft bedreigd, en vervolgens zich openstelt om indirect contact met hem te houden. Gelet op het vorenstaande heeft eiseres naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat zij, ondanks de mishandelingen in het verleden, in de toekomst bij terugkeer naar Rusland te vrezen heeft voor haar ex-man.
5.2
Ter onderbouwing van haar vrees voor bloed- en eerwraak verwijst eiseres naar het EASO Country of Origin Information Report Russian Federation van augustus 2018, pagina 31 tot en met 34. Nu dit rapport niet specifiek ziet op de situatie van eiseres heeft verweerder niet ten onrechte gesteld dat eiseres hiermee haar gestelde problemen niet heeft aangetoond.
Uit het algemeen ambtsbericht Russische Federatie van december 2018, pagina 65, volgt dat het voor vrouwen in Rusland officieel mogelijk is om aangifte te doen van tegen hen gericht geweld. Volgens ngo’s reageert de politie echter zelden of traag op meldingen. Daarnaast kan het verkrijgen van een medische verklaring als bewijs van huiselijk geweld averechtse gevolgen hebben voor het slachtoffer. Verweerder stelt niet ten onrechte dat op basis van het algemeen ambtsbericht niet bevestigd kan worden dat het vragen van bescherming bij voorbaat zinloos is voor vrouwen. Nu eiseres niet de bescherming van autoriteiten heeft ingeroepen heeft ze volgens verweerder niet aangetoond dat de autoriteiten haar niet tegen haar ex-man kunnen of willen beschermen. Daarnaast hebben de geloofwaardig geachte elementen betrekking op bedreigingen na de echtscheiding en wijzen niet op indicaties van bloed- of eerwraak. De openbare bronnen waar eiseres naar verwijst, hebben met name betrekken op huiselijk geweld en eerwraak, maar eiseres woonde op dat moment al niet meer samen met haar ex-man en verweerder stelt niet ten onrechte dat de verklaringen van eiseres over haar vrees voor eerwraak bij terugkeer ongeloofwaardig zijn. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het besluit op dit punt voldoende en zorgvuldig heeft gemotiveerd.
5.3
De rechtbank is van oordeel dat, zoals hiervoor is overwogen, de vrees van eiseres voor haar ex-man niet aannemelijk is gemaakt. Derhalve kan, mede bezien tegen de achtergrond van de politieke en maatschappelijke situatie in Rusland, niet de conclusie worden getrokken dat sprake is van een reëel en voorzienbaar risico dat eiseres bij terugkeer naar haar land van herkomst zou worden onderworpen aan een in artikel 3 van het EVRM dan wel artikel 3 van het Anti-folterverdrag verboden behandeling.
6. Eiseres komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.E. Maas, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Dat zal op een later moment alsnog gebeuren. Deze uitspraak wordt zo snel mogelijk gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is gedaan op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.