ECLI:NL:RBDHA:2020:6547
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van geen nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juli 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Oekraïense nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser eerder een asielaanvraag had ingediend die op 26 september 2016 ongegrond was verklaard. Eiser heeft op 19 oktober 2018 een opvolgende asielaanvraag ingediend, maar verweerder oordeelde dat er geen nieuwe elementen of feiten waren die deze aanvraag konden onderbouwen. Eiser voerde aan dat de documenten die hij had overgelegd, nieuwe feiten en omstandigheden betroffen, maar de rechtbank oordeelde dat deze informatie afkomstig was uit openbare bronnen en dat verweerder terecht had besloten om geen persoonlijk gehoor te geven. De rechtbank concludeerde dat de eerdere aanvraag van eiser al was beoordeeld op basis van de relevante wetgeving en dat er geen nieuwe elementen waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de staatssecretaris.