ECLI:NL:RBDHA:2020:6456

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2020
Publicatiedatum
14 juli 2020
Zaaknummer
C/09/594796 / FA RK 20-3938
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 juli 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 18 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1998, die op dat moment verbleef in een accommodatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 3 juli 2020 gehouden, waarbij verschillende betrokkenen telefonisch zijn gehoord vanwege de coronamaatregelen.

De betrokkene heeft aangegeven niet goed te weten hoe het met hem gaat, maar staat achter het plan van aanpak dat door de behandelende arts is gepresenteerd. De moeder van de betrokkene steunt eveneens het plan. De arts heeft verklaard dat de betrokkene al langere tijd in de accommodatie verblijft en dat zijn toestand verbeterd is, maar dat hij nog steeds behandeling nodig heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder een autisme-spectrumstoornis en bipolaire stemmingsstoornis, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend. De machtiging geldt tot en met 18 december 2020 en omvat onder andere het toedienen van medicatie, medische controles, en opname in een accommodatie. De beschikking is gegeven door rechter J.E.M.G. van Wezel, bijgestaan door griffier S.A. van Schaik-van Dommelen, en is uitgesproken ter openbare zitting op 3 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

BANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/594796 / FA RK 20-3938
Datum beschikking: 03 juli 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1998, te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. P.J.W. de Water te Katwijk Zh.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 15 juni 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 15 juni 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 17 juni 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 03 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [psychiater 2] de [arts] , [coassistent] , [verpleegkundige] en de moeder van betrokkene, allen in aanwezigheid van de betrokkene;
- de advocaat.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft meegedeeld dat hij niet weet hoe het met hem gaat. Hij heeft negatieve gevoelens. Betrokkene staat achter het plan van aanpak dat door de arts naar voren is gebracht.
De moeder van betrokkene heeft eveneens meegedeeld achter het plan van aanpak te staan.
De advocaat heeft zich namens de betrokkene, met betrekking tot het verzoek, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De arts heeft naar voren gebracht dat betrokkene al langere tijd in de accommodatie verblijft en dat het een stuk beter met hem gaat. Betrokkene woonde begeleid maar bij het verliezen van de regelmaat en de structuur is er een toestandsbeeld ontstaan, passend bij een manisch toestandsbeeld met psychotische kenmerken. Betrokkene wordt behandeld, onder andere met medicatie. Voor een volledig herstel is echter behandeling nodig. Betrokkene zal over enkele dagen overgeplaatst worden naar het Leo Kannerhuis in Arnhem. Dit centrum is gespecialiseerd in jongvolwassenen met een autisme-spectrumstoornis. De hoop is dat het laatste stukje van het manisch psychotisch beeld bij betrokkene volledig zal uitdoven. De arts heeft benadrukt dat, hoewel betrokkene fors geagiteerd en agressief kon zijn in het verleden, deze agressie en agitatie alleen is gericht op materialen en niet op personen.

Beoordeling

Op 28 mei 2020 is door de rechtbank een voortzetting crisismaatregel verleend tot en met
18 juni 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (autisme spectrumstoornis) en bipolaire stemmingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Betrokkene zal worden overgeplaatst naar het Leo Kannerhuis in Arnhem. Dit centrum lijkt de juiste plek voor betrokkene te zijn zodat hij de behandeling krijgt die hij nodig heeft. De accommodatie moet wel de mogelijkheid hebben om betrokkene weer op te nemen op het moment dat betrokkene is gedecompenseerd. Een zorgmachtiging is daarvoor dan ook nodig.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1998, te [geboorteplaats]
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid (uitsluitend wanneer betrokkene is opgenomen);
- insluiten (uitsluitend wanneer betrokkene is opgenomen);
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen (uitsluitend voor zolang als strikt noodzakelijk is);
- opnemen in een accommodatie (tot het moment dat betrokkene met ontslag kan en daarna alleen bij decompensatie, uitsluitend voor zolang als strikt noodzakelijk is);
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 december 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.E.M.G. van Wezel, rechter, bijgestaan door S.A. van Schaik-van Dommelen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 03 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.