ECLI:NL:RBDHA:2020:6454

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2020
Publicatiedatum
14 juli 2020
Zaaknummer
C/09/594536 / FA RK 20-3837
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, een vrouw geboren in 1958, verblijft in een accommodatie en heeft een geschiedenis van ernstige psychische problemen, waaronder een bipolaire stemmingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aanhoudend verhoogd risico op suïcide is en dat de betrokkene onvoldoende in staat is om voor zichzelf te zorgen. De officier van justitie heeft op 17 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische documenten en verklaringen van zorgverleners. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2020 is de betrokkene gehoord, evenals haar advocaat en zorgverleners. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, die geldig is tot en met 3 januari 2021, en heeft de verzoeken om aanvullende maatregelen afgewezen. De beschikking is uitgesproken door rechter J.E.M.G. van Wezel, bijgestaan door griffier S.A. van Schaik-van Dommelen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/594536 / FA RK 20-3837
Datum beschikking: 03 juli 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de vrouw] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. Y. Polko te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 12 juni 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 5 juni 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 16 juni 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 03 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [arts] [coassistent] en [verpleegkundige] , allen in aanwezigheid van de betrokkene;
- de advocaat.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft meegedeeld dat zij nog steeds heel somber is. Zij krijgt al jaren dezelfde medicatie maar die heeft geen enkel effect.
De advocaat heeft namens betrokkene gepleit voor afwijzing van het verzoek.
De arts heeft naar voren gebracht dat het risico op suïcide zeer hoog wordt ingeschat. Hoewel betrokkene op dit moment op een opname-afdeling verblijft en dit niet de meest ideale plek is voor haar, kan de veiligheid van betrokkene op een andere afdeling niet worden gewaarborgd. Medicamenteus zijn er geen opties meer. Het protocol met alle medicamenteuze stappen is doorlopen maar niets heeft geleid tot een stabiele stemming van betrokkene. Betrokkene heeft een doodswens en heeft meerdere suïcidepogingen gedaan. Inmiddels is zij aangemeld bij de levenseindekliniek, waar een tweede gesprek volgt op korte termijn.

Beoordeling

Op 7 februari 2020 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 24 juli 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten bipolaire stemmingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing.
Om de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene heeft een persisterende doodswens en daarbij is er sprake van een aanhoudend verhoogd risico op suïcide. Betrokkene ervaart een hoge lijdensdruk vanuit haar psychiatrisch ziektebeeld. Zij is onvoldoende in staat om goed voor zichzelf te zorgen. De rechtbank acht het van belang dat al het mogelijke wordt geprobeerd om de situatie voor betrokkene te verbeteren.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de vrouw] ,

geboren op [geboortedag] 1958 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 januari 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.E.M.G. van Wezel, rechter, bijgestaan door S.A. van Schaik-van Dommelen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 03 juli 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 10 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.