ECLI:NL:RBDHA:2020:6453

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
14 juli 2020
Zaaknummer
09/837063-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met een minderjarige en vrijspraak voor uitlokking van verkrachting

Op 15 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige, een 15-jarig meisje. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de vader van het slachtoffer, die verklaarde dat zijn dochter op 11 augustus 2019 seks had gehad met de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer consistent en gedetailleerd waren, en voldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals telefoongegevens en getuigenverklaringen. De verdachte werd vrijgesproken van de uitlokking van verkrachting en medeplichtigheid aan verkrachting, omdat het bewijs daarvoor niet overtuigend was. De rechtbank benadrukte de kwetsbaarheid van minderjarigen en de noodzaak om hen te beschermen tegen seksueel misbruik. De verdachte, die een licht verstandelijke beperking had, werd als strafbaar beschouwd, en de rechtbank legde bijzondere voorwaarden op voor zijn voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/837063-20
Datum uitspraak: 15 juli 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1998 te [geboorteplaats] ,
[adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 7 april 2020 (pro forma) en 1 juli 2020 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.F. Heslinga en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.F. Deen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage, althans in Nederland,
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het
- ( tong)zoenen met die [slachtoffer] en/of,
- in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer bewegen
van zijn, verdachtes, penis;
2.
[medeverdachte] op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage en/of Zoeterwoude,
in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of
bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2]
2003, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen
die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het meermalen, althans eenmaal, vastpakken van en/of wrijven over het been
van die [slachtoffer] en/of,
- het meermalen, althans eenmaal, in de mond van die [slachtoffer] brengen en/of houden
en/of heen en weer bewegen van zijn penis en/of,
- het in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer
bewegen van zijn penis
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of een andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat voornoemde [medeverdachte]
omstreeks 04:00 uur in de ochtend, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat voornoemde
[slachtoffer] geen andere mogelijkheid zag om naar huis te komen, in en/of bij een door
hem, [medeverdachte] , bestuurde en/of rijdende personenauto:
- ( op boze en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft
geschreeuwd/gezegd: 'ga je dingen voor mij doen want ik heb zoveel voor je
gedaan, ik heb je opgehaald en ballonnen gegeven en ik breng je naar huis'
en/of 'je gaat mij wel pijpen en je gaat wel seks met mij hebben' en/of 'je
gaat mij nu pijpen' en/of 'niet op je telefoon gaan' en/of 'doorgaan en niet
naar de weg kijken' en/of 'je kijkt maar waar je belandt' en/of 'ik ga je nu
neuken of je het nou wil of niet' en/of 'ga door' en/of 'draai je om' en/of
'je moet kreunen en zeggen dat je het lekker vindt', althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking,
- aan de arm van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of,
- het hoofd van die [slachtoffer] hardhandig heeft vastgepakt en dit hoofd meermalen,
althans eenmaal, (met kracht) naar beneden, in de richting van zijn,
verdachtes, geslachtsdeel heeft geduwd/gebracht en/of op haar hoofd en/of
schouders is blijven duwen en/of,
- met de door hem, verdachte, bestuurde personenauto over de weg heeft
geslingerd alsof hij de vluchtstrook op zou rijden en/of,
- meermalen, althans eenmaal, de telefoon van die [slachtoffer] heeft afgepakt en/of,
- de broek en onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden heeft gedaan en/of,
- die [slachtoffer] voorover heeft geduwd en/of,
- de armen van die [slachtoffer] naar achteren heeft getrokken en/of,
- meermalen, althans eenmaal, met kracht op de billen van die [slachtoffer] heeft
geslagen en/of,
- ( hardhandig) aan de haren van die [slachtoffer] heeft getrokken,
welk feit verdachte op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage, althans
in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van
gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van
gelegenheid middelen of inlichtingen,
door omstreeks 4 uur 's nachts, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [slachtoffer] geen andere
mogelijkheid zag om naar huis te komen, voornoemde [medeverdachte] (meermalen) in de
gelegenheid te stellen die [slachtoffer] te vervoeren in een personenauto (ook nadat
die [slachtoffer] had aangegeven niet naar huis gebracht te willen worden door die
[medeverdachte] ) en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen: 'mijn vriend gaat jou naar huis
brengen' en/of 'die vriend van mij heeft ook geen seks gehad, ga jij hem dat
geven', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage en/of Zoeterwoude,
in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of
bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2]
2003, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen
die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het meermalen, althans eenmaal, vastpakken van en/of wrijven over het been
van die [slachtoffer] en/of,
- het meermalen, althans eenmaal, in de mond van die [slachtoffer] brengen en/of houden
en/of heen en weer bewegen van zijn penis en/of,
- het in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer
bewegen van zijn penis
en bestaande dat geweld of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of een andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat voornoemde [medeverdachte]
omstreeks 04:00 uur in de ochtend, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat voornoemde
[slachtoffer] geen andere mogelijkheid zag om naar huis te komen, in en/of bij een door
hem, [medeverdachte] , bestuurde en/of rijdende personenauto:
- ( op boze en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft
geschreeuwd/gezegd: 'ga je dingen voor mij doen want ik heb zoveel voor je
gedaan, ik heb je opgehaald en ballonnen gegeven en ik breng je naar huis'
en/of 'je gaat mij wel pijpen en je gaat wel seks met mij hebben' en/of 'je
gaat mij nu pijpen' en/of 'niet op je telefoon gaan' en/of 'doorgaan en niet
naar de weg kijken' en/of 'je kijkt maar waar je belandt' en/of 'ik ga je nu
neuken of je het nou wil of niet' en/of 'ga door' en/of 'draai je om' en/of
'je moet kreunen en zeggen dat je het lekker vindt', althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking,
- aan de arm van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of,
- het hoofd van die [slachtoffer] hardhandig heeft vastgepakt en dit hoofd meermalen,
althans eenmaal, (met kracht) naar beneden, in de richting van zijn,
verdachtes, geslachtsdeel heeft geduwd/gebracht
en/of op haar hoofd en/of schouders is blijven duwen en/of,
- met de door hem, verdachte, bestuurde personenauto over de weg heeft
geslingerd alsof hij de vluchtstrook op zou rijden en/of,
- meermalen, althans eenmaal, de telefoon van die [slachtoffer] heeft afgepakt en/of,
- de broek en onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden heeft gedaan en/of,
- die [slachtoffer] voorover heeft geduwd en/of,
- de armen van die [slachtoffer] naar achteren heeft getrokken en/of,
- meermalen, althans eenmaal, met kracht op de billen van die [slachtoffer] heeft
geslagen en/of,
- ( hardhandig) aan de haren van die [slachtoffer] heeft getrokken,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11
augustus 2019 te 's-Gravenhage, althans in Nederlands, opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft,
door omstreeks 4 uur 's nachts, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [slachtoffer] geen andere
mogelijkheid zag om naar huis te komen, voornoemde [medeverdachte] meermalen in de
gelegenheid te stellen die [slachtoffer] te vervoeren in een personenauto (ook nadat
die [slachtoffer] had aangegeven niet naar huis gebracht te willen worden door die
[medeverdachte] ) en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen: 'mijn vriend gaat jou naar huis
brengen' en/of 'die vriend van mij heeft ook geen seks gehad, ga jij hem dat
geven', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage en/of Zoeterwoude,
althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de
leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden
uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] , te weten het:
- meermalen, althans eenmaal, vastpakken en/of wrijven over het been van die
[slachtoffer] en/of;
- meermalen, althans eenmaal, in de mond van die [slachtoffer] brengen en/of houden
en/of heen en weer bewegen van zijn penis en/of;
- in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer bewegen
van zijn penis,
welk feit verdachte op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage,
althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften,
misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen
van gelegenheid middelen of inlichtingen,
door omstreeks 4 uur 's nachts, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [slachtoffer] geen andere
mogelijkheid zag om naar huis te komen, voornoemde [medeverdachte] meermalen in de
gelegenheid te stellen die [slachtoffer] te vervoeren in een personenauto (ook nadat
die [slachtoffer] had aangegeven niet naar huis gebracht te willen worden door die
[medeverdachte] ) en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen: 'mijn vriend gaat jou naar huis
brengen' en/of 'die vriend van mij heeft ook geen seks gehad, ga jij hem dat
geven', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
meest subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage en/of Zoeterwoude,
althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de
leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden
uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] , te weten het:
- meermalen, althans eenmaal, vastpakken en/of wrijven over het been van die
[slachtoffer] en/of;
- meermalen, althans eenmaal, in de mond van die [slachtoffer] brengen en/of houden
en/of heen en weer bewegen van zijn penis en/of;
- in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer bewegen
van zijn penis,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11
augustus 2019 te 's-Gravenhage, althans in Nederlands, opzettelijk behulpzaam
is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft,
door omstreeks 4 uur 's nachts, althans gedurende de voor de nachtrust
bestemde tijd, terwijl hij, verdachte, wist dat voornoemde [slachtoffer] geen andere
mogelijkheid zag om naar huis te komen, voornoemde [medeverdachte] meermalen in de
gelegenheid te stellen die [slachtoffer] te vervoeren in een personenauto (ook nadat
die [slachtoffer] had aangegeven niet naar huis gebracht te willen worden door die
[medeverdachte] ) en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen: 'mijn vriend gaat jou naar huis
brengen' en/of 'die vriend van mij heeft ook geen seks gehad, ga jij hem dat
geven', althans woorden van gelijke aard en/of strekking.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Aan de verdachte is onder feit 1 ten laste gelegd ontucht met een minderjarige, mede bestaand uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Onder feit 2 is hem primair ten laste gelegd uitlokking van verkrachting, subsidiair medeplichtigheid aan verkrachting, meer subsidiair uitlokking van ontucht met een minderjarige en meest subsidiair medeplichtigheid aan ontucht met een minderjarige.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde en dat de rechtbank het onder 1 en 2 meest subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Ten aanzien van feit 1
Op 11 augustus 2019 heeft [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2003, een verklaring afgelegd in het kader van een informatief zedengesprek bij de politie. Zij heeft verklaard dat zij op 11 augustus 2019 naar lounge bar [naam bar] geweest is in Den Haag. [slachtoffer] had daar afgesproken met een vriend die zij kent als [naam 1] . Zij heeft de avond daar met hem doorgebracht. Rond 03.00 à 04.00 uur zei [slachtoffer] dat zij naar huis wilde. Zij is met [naam 1] mee naar huis gegaan en daar heeft zij seks met hem gehad. [2]
Op 22 augustus 2019 heeft [naam 2] , de vader van [slachtoffer] , namens zijn minderjarige dochter van 15 jaar oud, aangifte gedaan bij de politie. In deze aangifte heeft [naam 2] verklaard dat [slachtoffer] bij [naam 1] is geweest met vrienden en dat zij met [naam 1] seks heeft gehad. [3]
Op 21 augustus 2019 is [slachtoffer] als getuige gehoord door de politie. In dit getuigenverhoor heeft zij haar verklaring in het kader van een informatief zedengesprek bevestigd en voorts het volgende verklaard. [slachtoffer] was uitgegaan met een jongen die zij kent als [naam 1] in lounge bar [naam bar] in Den Haag. Rond 04.00 uur à 04.30 uur ging iedereen naar huis en zei [slachtoffer] dat zij ook naar huis wilde. [naam 1] vroeg of zij eerst nog met hem mee wilde naar zijn huis. Zij zijn in een zwarte Opel station naar zijn woning gereden. Daar zijn zij met elkaar naar bed geweest. Hij is met zijn lul in haar vagina gekomen. [4]
Op 25 mei 2020 is [slachtoffer] als getuige gehoord bij de rechter-commissaris. In dit verhoor heeft zij bovenstaande verklaringen bevestigd en voorts – op gerichte vragen – het volgende verklaard. [slachtoffer] beschouwde de verdachte, die zij [naam 1] noemt, als een vriend en kende hem voorafgaand aan 11 augustus 2019 al drie maanden. Zij heeft verklaard dat zij die nacht met de verdachte is meegegaan naar zijn huis en dat zij daar seks hebben gehad. [5]
In de telefoon van [slachtoffer] vond de politie in de WhatsAppcontacten de naam ‘ [naam 1] ’ met het [telefoonnummer] . Uit onderzoek is gebleken dat dit nummer in gebruik is bij [verdachte] , [adres 1] te Den Haag. De politie heeft de rijbewijsfoto van deze
[verdachte] getoond aan [slachtoffer] . Zij heeft verklaard dat de man op de foto de man is die zij [naam 1] noemt en met wie zij seks heeft gehad. [6]
De verdachte heeft verklaard dat het mobiele [telefoonnummer] bij hem in gebruik is. De politie heeft in de telefoon van [slachtoffer] onderzoek verricht naar het [telefoonnummer] . Daar is op te zien dat er op meerdere data contact is geweest met genoemd telefoonnummer: vanaf 14 juni 2019 tot 11 augustus 2019 om 02.19 uur. [7]
Het [telefoonnummer] heeft van 10 augustus 2019 van 20.48 uur tot en met
11 augustus 2019 te 03.45 uur zendmasten aangestraald in de directe omgeving van [naam bar] , gevestigd op de [adres 2] . Het telefoonnummer heeft tussen 03.50 uur en 04.33 uur aangestraald op de zendmast vlakbij de woning van de ouders van de verdachte aan de [adres 3] te Den Haag, waar [slachtoffer] verklaarde seks te hebben gehad met de verdachte. Uit de telefoongegevens blijkt voorts dat op 11 augustus 2019 te 05.12 uur met het [telefoonnummer 2] , in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte] , is gebeld naar het telefoonnummer in gebruik bij de verdachte. [slachtoffer] heeft verklaard dat dit gesprek heeft plaatsgevonden. [8]
De politie is met [slachtoffer] de route gaan rijden die zij in de nacht van 11 augustus 2019 met de verdachte naar zijn woning heeft gereden. Zij beschrijft de woning waar zij terecht is gekomen en wijst de woning aan de [adres 3] te Den Haag aan. [9] Dit betreft de woning van de ouders van de verdachte, waar hij vaak verblijft [10] en op 22 januari 2020 is aangehouden. Na zijn aanhouding zei de verdachte onderweg naar het politiebureau: “Ik wist het niet man, de meisjes van 15 zien er tegenwoordig uit als 18. Ik ben zelf ook pas 21 hè. Je zou eigenlijk eerst om hun identiteitskaart moeten vragen”. [11]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat als hij uitgaat, hij vaak de zwarte Opel Astra van zijn zus gebruikt. [12]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij op 11 augustus 2019 in [naam bar] te Den Haag was. [13]
Oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] niet kent, althans niet onder die naam.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat [slachtoffer] tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd, wat haar verklaringen op belangrijke punten onbetrouwbaar maakt. Tevens heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] onbetrouwbaar zijn, omdat uit het beluisteren van de audiotapes is gebleken dat essentiële onderdelen van de verhoren niet zijn geverbaliseerd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Voor zover de raadsvrouw aldus moet worden begrepen dat zij heeft betoogd dat er voor essentiële verklaringen bewijsuitsluiting moet volgen, overweegt de rechtbank dat enige discrepantie op onderdelen uit de verklaringen niet wegneemt dat de verklaringen van [slachtoffer] op grote lijnen consistent en zeer gedetailleerd zijn.
[slachtoffer] heeft drie verklaringen afgelegd over hetgeen in de nacht van 11 augustus 2020 volgens haar heeft plaatsgevonden. Hierbij kunnen details in die verklaringen verschillen, maar de strekking blijft steeds hetzelfde.
De verklaringen van [slachtoffer] worden daarnaast in voldoende mate ondersteund door andere bewijsmiddelen. Zo blijkt uit de telefoongegevens dat de verdachte en [slachtoffer] al vanaf
14 juni 2019 contact hebben, terwijl hij zegt haar niet te kennen. Bovendien heeft [slachtoffer] de verdachte herkend van de hierboven genoemde foto op zijn rijbewijs. Ook komen de locatiegegevens van de telefoon (met het [telefoonnummer] ) die in gebruik is bij de verdachte overeen met de route waarvan [slachtoffer] aangeeft dat die is gereden op
11 augustus 2019 en heeft zij het huis van de ouders van de verdachte aangewezen als de woning waar zij seks heeft gehad met de verdachte. Bovendien verklaart de verdachte dat hij vaak in een zwarte Opel rijdt, en heeft [slachtoffer] verklaard dat zij in een zwarte Opel naar de woning zijn gereden. Tenslotte heeft de verdachte bevestigd dat hij op 11 augustus 2019 in [naam bar] te Den Haag was.
Van sturing van het opsporingsonderzoek doordat essentiële onderdelen van de verhoren niet zijn geverbaliseerd door de politie is niet gebleken.
De rechtbank heeft geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de verbalisanten bewust delen hebben weggelaten uit de processen-verbaal. Daar komt bij dat de raadsvrouw haar stellingen grotendeels baseert op audiotapes, die niet in het bezit zijn van de rechtbank en geen deel uitmaken van het procesdossier.
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat het aan de verdachte onder 1 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer] , inhoudende dat zij die nacht seks heeft gehad met de verdachte. Haar verklaring wordt bovendien ondersteund door andere onderdelen van het dossier, zoals hiervoor omschreven.
Ten aanzien van feit 2
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde.
De rechtbank zal de verdachte ook vrijspreken van het onder 2 meest subsidiair ten laste gelegde, nu dubbel opzet niet bewezen kan worden.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1.
hij op 11 augustus 2019 te 's-Gravenhage, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2003, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het
- in de vagina van die [slachtoffer] brengen en/of houden en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, penis.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een behandelverplichting en een contactverbod met [slachtoffer] .
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over de strafoplegging.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten
De verdachte (destijds 21 jaar oud) heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht met een meisje van vijftien jaar oud. Het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige tussen de twaalf en zestien jaar is strafbaar gesteld, omdat iemand op die leeftijd nog volop in ontwikkeling is, ook op seksueel gebied. Om deze ontwikkeling normaal te laten verlopen, moet een minderjarige beschermd worden tegen seksueel contact met volwassenen, ook bij eventuele instemming door de minderjarige zelf. Minderjarigen bevinden zich namelijk in een kwetsbare ontwikkelingsfase en moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen niet of in onvoldoende mate in staat worden geacht zelf hun seksuele integriteit te bewaken en/of zelfstandig de (emotionele) gevolgen van seksueel contact in te schatten. Zij dienen zowel tegen zichzelf te worden beschermd als tegen personen die op seksueel gebied misbruik van hen willen maken. Dat de verdachte een licht verstandelijke beperking heeft doet hier niet aan af. De verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het jeugdige slachtoffer en haar seksuele ontwikkeling in een kwetsbare periode van haar leven geschaad. Het is zeer kwalijk dat de verdachte zijn eigen lustbehoefte voorop heeft gesteld, zonder oog te hebben voor de ernstige gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer.
Het strafblad van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie, gedateerd 29 mei 2020. Daaruit volgt dat de verdachte voorafgaand aan het begaan van het bewezen verklaarde niet is veroordeeld ter zake van een soortgelijk strafbaar feit.
De persoon van de verdachte
Tevens heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 29 april 2020 van Reclassering Nederland. Volgens de reclassering zijn er aanwijzingen dat de verdachte problemen heeft met het maken van goede keuzes door een lage zelfcontrole. Dit blijkt uit risicovolle activiteiten zoals gevaarlijk middelengebruik, roekeloos gedrag in het verkeer en omgang met een negatief netwerk. Er zijn zorgen over het gebruik van lachgas. De reclassering heeft van de politie vernomen dat er meerdere aanhoudingen c.q. meldingen hebben plaatsgevonden waarbij sprake was van het gebruik van lachgas in het verkeer, waarbij de verdachte verontrustend gedrag liet zien; hij ontkende middelengebruik en/of stelde zich intimiderend op. Er is sprake van externaliserend probleemgedrag en een licht verstandelijke beperking. De reclassering ziet zorgelijke gedragsontwikkelingen. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, een contactverbod en een convenant zeden.
De straf
Met de reclassering maakt de rechtbank zich zorgen over het gedrag van de verdachte. De rechtbank heeft ter terechtzitting vastgesteld dat het moeilijk is om met de verdachte te communiceren. Gelet op het gedrag van de verdachte en de gevolgen die dit heeft voor anderen, is de rechtbank van oordeel dat het - ter voorkoming van recidive - van belang is dat de verdachte een behandeling krijgt met als doel om een beter inzicht te krijgen in zijn gedrag.
Alles afwegende zal de rechtbank aan de verdachte een gevangenisstraf opleggen van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Deze proeftijd is langer dan door de officier van justitie gevorderd. De rechtbank meent dat, ter bescherming van minderjarigen én in het belang van de behandeling van de verdachte, een proeftijd van drie jaar passend is.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8(
ACHT)
MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
4(
VIER)
MAANDEN,
niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op
driejaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de forensisch psychiatrische polikliniek van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, waarbij het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling en aandachtspunten bij de behandeling zijn diagnostiek met intelligentietest en persoonlijkheidsonderzoek, zelfinzicht en motivatie, en middelengebruik, gedragskeuzes en toekomstdoelen;
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2003), zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.W. de Wit, voorzitter,
mr. F.X. Cozijn, rechter,
mr. N. Linnenbank, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.F. Tromp, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juli 2020.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2020021869, van de politie eenheid Den Haag, dienst regionale recherche, afdeling thematische opsporing, team zeden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 404).
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, blz. 72 – 75.
3.Proces-verbaal van aangifte, blz. 103 – 106.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige, blz. 109 – 115.
5.Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] bij de rechter-commissaris d.d. 25 mei 2020.
6.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 141.
7.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 213.
8.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 277 – 278.
9.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 139.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 171.
11.Proces-verbaal van aanhouding, blz. 56 – 57.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 172.
13.Verklaring verdachte ter terechtzitting.