3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Op 27 oktober 2019, tussen 05.30 uur en 07.00 uur, heeft [slachtoffer] een verklaring afgelegd in het kader van een informatief zedengesprek bij de politie. Zij heeft verklaard dat zij in Noordwijk met vrienden in discotheek [naam discotheek] was. Zij is naar buiten gegaan, waar een jongen (hierna: de verdachte) naar haar toe kwam die zei: “Kom we gaan lopen ik ben ook misselijk”. Hij sloeg een arm om haar heen en knuffelde haar. De verdachte pakte haar vast en zei: “Je gaat nu mee lopen.” Ze liepen naar het strand, waar de verdachte zei: “Je gaat me nu neuken”. Ze zei dat ze dat niet wilde, maar hij zei dat ze het moest doen anders zou hij haar doodmaken. De verdachte gooide haar in het zand. Hij trok haar kleding uit en zei: “Je gaat dood of je doet dit.” Hij deed zijn vingers in haar vagina. De verdachte lag op haar. [slachtoffer] moest hem pijpen en heeft zijn piemel in haar mond gedaan. De verdachte deed zijn piemel in haar vagina. Hij pakte haar bij de keel en ze moest hem weer pijpen. Zij ging hem pijpen, waarna hij haar weer keelde en neukte. Toen de verdachte haar had losgelaten, rende [slachtoffer] weg. Zij was op dat moment naakt. Ze heeft op verschillende ramen geklopt, maar er was niemand. Opeens was de verdachte er weer, die haar weer vastpakte en meenam naar het strand, waar zij hem weer moest pijpen. Hij deed zijn piemel weer in haar vagina en is klaargekomen op haar buik. Hierna is [slachtoffer] weggerend en toen zij van het strand af was zag ze een stelletje, waarvan zij de vrouw om hulp heeft gevraagd.
Op 28 oktober 2019 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan bij de politie. In haar aangifte heeft [slachtoffer] bovenstaande verklaring bevestigd en voorts – op gerichte vragen van verbalisanten – het volgende verklaard. Toen [slachtoffer] buiten bij [naam discotheek] tegen de verdachte zei dat zij niet mee wilde, greep hij haar vast bij haar nek. Zij wilde zijn hand weghalen, maar het lukte haar niet omdat hij te sterk was. Het lukte haar niet om weg te lopen, want hij had haar stevig vast. Op het strand zoende de verdachte haar de hele tijd op haar mond. Hij kneep haar keel dicht en zij kreeg bijna geen adem meer. [slachtoffer] moest de verdachte aftrekken. Zij zei nee, maar hij pakte haar bij de keel en zei dat zij het moest doen omdat hij haar anders dood ging maken. Zij ging hem toen aftrekken. Hij heeft haar gevingerd. Ook heeft hij haar geneukt, met zijn piemel in haar vagina.
Op 2 december 2019 is [slachtoffer] nogmaals als aangeefster gehoord. Zij heeft op gerichte vragen van verbalisanten verklaard dat de verdachte de hele tijd zei dat zij mee moest lopen en haar hard vast hield bij haar nek en haar arm. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij zei dat zij niet mee wilde lopen en heeft tegengestribbeld door te proberen zijn hand los te maken van haar nek door zijn hand te pakken.
De politie heeft camerabeelden opgevraagd bij het restaurant [naam restaurant] aan de [adres 2] in Noordwijk. [verbalisant 1] heeft de beelden bekeken en heeft de verdachte herkend aan de hand van een foto die bij zijn aanhouding is genomen. Ook aangeefster heeft zij aan de hand van een foto herkend op de beelden. Op de beelden is te zien dat de verdachte en aangeefster aan komen lopen en dat de verdachte aangeefster bij de hand pakt. Om 02.31 uur rent aangeefster, met ontbloot onderlichaam en op blote voeten in een wit shirt, weer terug in de richting vanwaar zij kwamen, kennelijk vanaf de richting van het strand. In haar hand heeft zij kleding. Om 02.35 uur komt de verdachte lopend in beeld en begint daarna te rennen in de richting vanwaar zij waren gekomen. Om 02.38 uur komen de verdachte en aangeefster weer aanlopen. Aangeefster heeft nu haar spijkerjack weer aan en heeft iets roods om haar onderlichaam geknoopt. Zij loopt nog wel op blote voeten. Om 02.44 uur komt eerst aangeefster in beeld, weer geheel gekleed, en even achter haar loopt de verdachte. Rond 03.00 uur komt aangeefster weer in beeld, vergezeld door een politieagente.
[verbalisant 2] zag op 27 oktober omstreeks 03.00 uur te Noordwijk een vrouw, die later bleek te zijn [slachtoffer] , die er overstuur uitzag. [verbalisant 2] zag dat haar mascara was uitgelopen, haar haar in de war zat, een trui/shirt scheef om haar middel was geknoopt en dat daar broek binnenstebuiten zat. Verbalisant hoorde de vrouw zeggen dat ‘hij’ niet in de buurt mocht komen en zag dat zij schichtig keek naar een donker getinte man met witte capuchon, zwart haar en een baardje. [verbalisant 2] is met de vrouw naar de plek op het strand gelopen waar de telefoon van de vrouw lag. Zij liepen bij strandtent [naam strandtent] naar de strandafgang, waar [verbalisant 2] halverwege een zwarte onderbroek zag liggen. De vrouw zei dat dit haar onderbroek was. Ook lagen daar de sokken van de vrouw en haar witte smartphone. [verbalisant 2] hoorde de vrouw onderweg meermaals zeggen dat zij heel bang was geweest en dat zij dacht dat hij haar zou vermoorden. Zij zei dat hij alles met haar had gedaan. [verbalisant 2] hoorde haar zeggen dat hij haar ineens op haar mond zoende, dat hij haar heeft uitgekleed, dat zij hem heeft moeten pijpen en dat er geslachtsgemeenschap is geweest. [verbalisant 2] hoorde de vrouw zeggen dat zij heel bang was dat als ze niet gehoorzaamde, hij haar dood zou maken, dat zij wist te ontsnappen en naakt wegrende. De vrouw zei dat, nadat zij bij verschillende hotels of appartementen had aangeklopt, de man ineens weer achter haar stond en haar weer mee terug nam.
De [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 27 oktober 2019 omstreeks 02.45 uur met haar vriend [getuige 2] in Noordwijk liep. Ter hoogte van [plaats] zag zij een jongen en een meisje in hun richting komen lopen. Het meisje liep iets voor de jongen uit en was heel erg emotioneel. [getuige 1] zag dat zij huilde en heel erg van streek leek. Op het moment dat zij vlakbij was vroeg [getuige 1] : “Gaat het wel?”. Het meisje zei heel zacht tegen haar: “Help, help” en maakte hierbij met haar hoofd een knikkende beweging in de richting van de jongen die bij haar liep. [getuige 1] liep een stuk weg met het meisje en hoorde dat deze tegen haar zei: “Hij heeft mij verkracht. Hij pakte mij bij mijn nek en ik was bang dat ik dood ging”.
[getuige 2] heeft als getuige verklaard dat hij op 27 oktober 2019 omstreeks 02.50 uur met zijn vriendin [getuige 1] in Noordwijk liep toen hij een man en een meisje op hen toe zag komen lopen. Toen zij voorbij liepen pakte het meisje zijn vriendin beet en hoorde hij haar zachtjes “help me” zeggen. [getuige 2] hoorde het meisje zeggen: “ik ben verkracht, ik moest alles van hem doen en hij wil me vermoorden”. [getuige 2] heeft 112 gebeld en tegen de man gezegd dat hij moest blijven. De man leek hem agressief.
Er heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden waarvoor zowel [slachtoffer] als de verdachte zijn bemonsterd. Deze bemonsteringen zijn onderzocht op de aanwezigheid van DNA. Uit het rapport van The Maastricht Forensic Institute (hierna: TMFI) blijkt dat in de bemonstering [nummer 1] (onderzijde rand eikel) DNA is aangetroffen. Volgens het TMFI is het extreem veel waarschijnlijker dat dit DNA afkomstig is van de verdachte en van [slachtoffer] , dan van de verdachte en een onbekende, niet verwante persoon. In de bemonstering [nummer 2] (binnenste schaamlippen) is ook DNA aangetroffen. Volgens het TMFI is het extreem veel waarschijnlijker dat dit DNA afkomstig is van de verdachte en van [slachtoffer] , dan van een onbekende, niet verwante persoon. Voorts heeft een statistische onderbouwing plaatsgevonden van mogelijk donorschap van de verdachte in de bemonstering [nummer 3] (diep vaginaal spermacelfractie). Naar het oordeel van het TMFI is het extreem veel waarschijnlijker dat dit DNA afkomstig is van de verdachte, dan van een onbekende, niet verwante persoon.
De verdachte heeft ter terechtzitting van 1 juli 2020 verklaard dat hij in de nacht van
27 oktober 2019 in Noordwijk bij club [naam discotheek] een meisje zag met wie hij naar het strand is gelopen. Hij heeft verklaard dat zij op het strand zijn gaan zitten en gingen kussen en knuffelen. Zij waren beiden onder invloed van alcohol. De verdachte heeft verklaard dat hij met zijn vingers in haar vagina heeft gespeeld en dat zij hem heeft gepijpt. Hij heeft verklaard dat zijn penis op de vagina van het meisje was en dat er wrijving was. Het klopt dat het meisje weg ging zonder onderbroek en dat hij achter haar aan ging, aldus de verdachte.
Oordeel van de rechtbank
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat ernstig kan worden getwijfeld aan de betrouwbaarheid van (de verklaringen van) aangeefster.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. [slachtoffer] heeft drie verklaringen afgelegd over hetgeen in de nacht van 27 oktober 2019 heeft plaatsgevonden. Deze verklaringen, die zij op verschillende momenten heeft afgelegd tegenover verschillende verbalisanten, zijn op grote lijnen consistent en zeer gedetailleerd. De verklaringen van [slachtoffer] worden daarnaast in voldoende mate ondersteund door andere bewijsmiddelen. Zo blijkt uit de camerabeelden dat [slachtoffer] met ontbloot onderlichaam - midden in een koude oktobernacht - is weggerend vanaf het strand in de richting van de boulevard. Getuigen [getuige 1] en [getuige 2] verklaren hoe [slachtoffer] er aan toe was (erg emotioneel en van streek) en dat zij hen om hulp heeft gevraagd, meteen nadat zij met de verdachte van het strand kwam. [verbalisant 2] , die zeer kort na het feit met [slachtoffer] terug is gelopen naar de plek op het strand waar zij zei dat de verkrachting had plaatsgevonden, heeft geconstateerd dat de broek van [slachtoffer] binnenstebuiten zat. Ook zag [slachtoffer] er volgens de verbalisant overstuur uit. Bovendien heeft [slachtoffer] tegenover deze verbalisant gelijkluidend verklaard als in haar drie latere verklaringen.
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
De verdediging heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat er geen penetratie heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft verklaard dat, op het moment dat zijn geslachtsdeel op het geslachtsdeel van het meisje was, hij haar vroeg of zij een vriend had, waarop het meisje weg liep, zodat er geen penetratie heeft plaatsgevonden.
De raadsvrouw heeft verder gesteld dat de verdachte heeft verklaard dat hij, met de toestemming van [slachtoffer] , zijn vingers in de vagina van [slachtoffer] heeft gehad. Daarmee kan worden verklaard hoe zijn DNA in haar terecht is gekomen.
De rechtbank overweegt als volgt. Aangeefster heeft verklaard dat de verdachte zijn penis in haar vagina heeft gebracht. Zoals hiervoor overwogen acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Verder blijkt uit onderzoek van het TMFI dat er DNA materiaal van de verdachte diep in de vagina van aangeefster is aangetroffen. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat sperma niet diep vaginaal wordt aangetroffen als de penis slechts tegen de vagina is aangehouden, zoals de verdachte heeft verklaard. Evenmin acht de rechtbank het aannemelijk dat het DNA materiaal van de verdachte door overdracht via zijn vingers diep-vaginaal kan worden aangebracht.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, mocht de rechtbank van oordeel zijn dat er wel penetratie heeft plaatsgevonden, niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van dwang, omdat dit nergens door wordt ondersteund nu er geen letsel rond de geslachtsdelen van [slachtoffer] is en de verklaring van aangeefster aan alle kanten rammelt.
De rechtbank overweegt als volgt. Zoals hiervoor overwogen acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar. Bovendien wordt haar verklaring over het feit dat er sprake was van dwang, en dreiging met dwang, in voldoende mate ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals de bovengenoemde getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] en het hierboven genoemde proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , waaruit volgt dat aangeefster overstuur was.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat de aan de verdachte tenlastegelegde verkrachting wettig en overtuigend is bewezen.