Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1989 en heeft de Turkse nationaliteit. Referent, [A] , is de stiefvader van eiseres. Aan referent is op 6 december 2017 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Op 2 maart 2018 heeft referent de mvv-aanvraag namens eiseres ingediend.
Eiseres kan zich niet verenigen met het bestreden besluit. Zij wenst verblijf bij haar stiefvader, haar moeder en broer. Wel degelijk is sprake van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen haar en referent. Eiseres woont momenteel niet zelfstandig en kan dat ook niet. Zij heeft een zeer speciale band met referent en heeft dagelijks contact met hem.
(…)
b. de vreemdeling die als partner of meerderjarig kind van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling zodanig afhankelijk is van die vreemdeling, dat hij om die reden behoort tot diens gezin.
4.1. Uit het beleid van verweerder, uitgezet in paragraaf C2/4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000), blijkt dat hij de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 tweede lid, van de Vw 2000, verleent als de kinderen, ouders, echtgeno(o)t(e) of partner feitelijk behoren tot het gezin van de referent. De referent in Nederland moet aantonen dat zijn kinderen, ouders, echtgeno(o)t(e) of partner op het moment van binnenkomst van de referent in Nederland feitelijk tot zijn gezin behoren en dat die feitelijke gezinsband niet verbroken is.
7. Wat betreft het betoog van eiseres dat verweerder de hoorplicht heeft geschonden overweegt de rechtbank het volgende. Verweerder mag slechts met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht van het horen in bezwaar afzien, als er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat het bezwaar niet kan leiden tot een andersluidend standpunt. Gelet op de motivering van het besluit en wat namens eiseres daartegen in bezwaar is aangevoerd, is aan deze maatstaf voldaan.
Beslissing
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 14 mei 2020.