Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
[de man] ,
Procesverloop
18 juni 2020;
Standpunten ter zitting
Beoordeling
acutemaatschappelijke teloorgang
Rechtbank Den Haag
Op 23 juni 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1998, die momenteel verblijft in een crisisplek. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 19 juni 2020, naar aanleiding van een last tot inbewaringstelling van de burgemeester van Capelle aan den IJssel op 18 juni 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de cliënt, zijn begeleider en een advocaat, zijn gehoord.
De cliënt heeft aangegeven dat hij moeite heeft met de huisregels en liever ergens anders verblijft, maar dat de huidige crisisplek op dit moment het beste voor hem is. De advocaat van de cliënt heeft verzocht om afwijzing van de machtiging, stellende dat er minder ingrijpende alternatieven zijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om dit te voorkomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de criteria voor de voortzetting van de inbewaringstelling zijn voldaan en heeft de machtiging verleend voor de duur van zes weken, tot en met 4 augustus 2020. De beschikking is gegeven door rechter J.C. Sluymer, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting.