ECLI:NL:RBDHA:2020:6225
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van verkeersongeval met onbekende bestuurder en rijden zonder rijbewijs
Op 10 juli 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval, het verlaten van de plaats van het ongeval en het rijden zonder rijbewijs. Het ongeval vond plaats op 12 november 2015 in 's-Gravenhage, waarbij een voetganger, genaamd [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep. De verdachte ontkende de bromfiets te hebben bestuurd en de rechtbank moest vaststellen of hij daadwerkelijk de bestuurder was op het moment van het ongeval.
Tijdens de zitting op 26 juni 2020 heeft de officier van justitie, mr. A.M. Ariese, vrijspraak bepleit, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. H. Oldenhof, eveneens vrijspraak vroeg. De rechtbank heeft de getuigenverklaringen en het politieonderzoek in overweging genomen. Getuigen gaven wisselende signalementen van de bestuurder van de bromfiets, en er was geen eenduidig bewijs dat de verdachte de bromfiets op het moment van het ongeval bestuurde.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte de bromfiets bestuurde en dat hij de plaats van het ongeval had verlaten. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. E.A. van Beelen, en is openbaar gemaakt op 10 juli 2020.