Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eisende partij sub 1] ,
[eisende partij sub 2],
[eisende partij sub 3],
[eisende partij sub 4],
1.De procedure
2.De feiten
External Operational Protocol. Dit betreft een bijlage bij de tussen [eisende partij sub 1 c.s.] en [X 1] op 28 maart 2008 gesloten
Tolling Agreement.In dat kader deed [eisende partij sub 1 c.s.] ook de REMIT-meldingen namens [X 1] over wijzigingen in de beschikbare capaciteit van de [Centrale] .
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
buitende ACM-taken gelegen doeleinden kunnen worden gebruikt. Hiervoor geldt dat voor het verder verspreiden van gegevens is vereist dat de verstrekking noodzakelijk is en, ingeval van externe verstrekking, noodzakelijk voor de uitvoering van een taak van een
andereinstantie. De verstrekking van gegevens aan [X 1] ziet echter op het gebruik van de betreffende gegevens door de ACM
zelfin het kader van haar
eigenwettelijke taak, te weten toezicht houden op de naleving van de REMIT-verordening. De gegevens die aan [X 1] worden verstrekt hebben bovendien feitelijk betrekking op hetzelfde onderzoek, te weten de naleving van de geldende regels inzake de publicatie van en handel met voorwetenschap met betrekking tot de [Centrale] . Daarbij is relevant dat vast staat dat [eisende partij sub 1 c.s.] de uitvoering ten aanzien van de REMIT-meldingen voor haar rekening nam en dus ook die van [X 1] namens haar verzorgde. Dit leidt tot de conclusie dat de ACM niet in strijd met de wet handelt door de informatie en de gegevens die zij heeft verkregen tijdens het onderzoek naar [eisende partij sub 1 c.s.] voor te houden aan een (andere) vermoedelijke overtreder ( [X 1] ) en een reactie te vragen op de voorlopig door de ACM vastgestelde bevindingen. Deze bevoegdheid valt immers binnen het hiervoor geschetste wettelijk kader.