6.2.Uit artikel 29.1 van de planregels volgt dat de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen als bedoeld in artikelen 3 tot en met 29, mede zijn bestemd voor behoud en bescherming van de cultuurhistorische waarden van het Rijksbeschermd stadsgezicht Centrum Den Haag, zoals beschreven in het aanwijzingsbesluit Rijksbeschermd stadsgezicht 's Gravenhage uitbreiding van 28 juni 1994 met de bijbehorende toelichtingen opgenomen in bijlagen 2, 3, 4, 5 en 6 van het plan.
Voor het bouwen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' gelden op grond van artikel 29.2 – voor zover hier van belang - de volgende regels:
a. het bouwen moet plaatsvinden met inachtneming van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in lid 29.1, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig waren, en nadat hierover advies is ingewonnen van de Commissie als bedoeld in artikel 1, lid 9, van de Monumentenverordening Den Haag;
d. het bepaalde onder a. geldt niet indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden en bouwwerken.
7. In het bestreden besluit heeft verweerder het standpunt ingenomen dat strikte toepassing van artikel 29.2, onder a, van de planregels leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de [kerkgebouw] . Verweerder heeft hierin aanleiding gezien toepassing te geven aan artikel 29.2, onder d, van de planregels. Verweerder heeft in dat verband het volgende overwogen:
“Voor het commerciële gebruik van het betreffende gedeelte van de kerk, te weten het restaurant, is gevelverlichting noodzakelijk. De rest van de kerk is uitgelicht middels een lichtplan, het restaurant valt daarbij weg. Mevrouw de Graaff heef ter zitting van de Adviescommissie bezwaarschriften op 26 juli 2018 meegedeeld, dat het restaurant in een donkere hoek zit, waardoor de mensen soms niet kunnen zien of het restaurant open of dicht is. Van de inkomsten van het restaurant gaat maandelijks een gedeelte naar de [kerkgebouw] , voor het in stand houden ervan.”