ECLI:NL:RBDHA:2020:6158

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juni 2020
Publicatiedatum
8 juli 2020
Zaaknummer
C/09/594401 / FA RK 20-3779
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 15 juni 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1965 in Suriname, die thans verblijft in een accommodatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden, vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen in verband met COVID-19. Tijdens de zitting heeft de betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij naar huis wil, maar de advocaat van de betrokkene heeft betoogd dat er geen ernstig nadeel is en dat het verzoek afgewezen moet worden.

De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een uitgebreide neurocognitieve stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn gezondheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door rechter H.M. Boone, bijgestaan door griffier F.A.M. Vreeswijk, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/594401 / FA RK 20-3779
Datum beschikking: 29 juni 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in de accommodatie: [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. E.A.E.G.J. Libosan te 's-Gravenhage.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 juni 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 5 juni 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgplan van 4 juni 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 11 juni 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
  • de advocaat, mr. E.A.E.G.J. Libosan;
  • de [arts] , in bijzijn van betrokkene;
  • de [verpleegkundige] , in bijzijn van betrokkene;
  • betrokkene zelf.
Allen zijn akkoord met deze wijze van horen.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Standpunten ter zitting

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat het weer goed gaat en dat de diabetes onder controle is. Betrokkene wil graag naar huis want de opname is niet meer nodig omdat betrokkene goed voor zichzelf kan zorgen.
De advocaat heeft zich op het standpunt gesteld dat betrokkene niet gewezen is op het feit dat een eigen plan van aanpak kon worden opgesteld. Uit het dossier is dat evenmin gebleken. Evenmin is gebleken dat betrokkene onder invloed was van alcohol tijdens de opname. Van ernstig nadeel is niet gebleken. Het verzoek dient daarom te worden afgewezen.
De arts heeft naar voren gebracht dat betrokkene uit Domus Nostra moest toen het verzoek tot de vorige machtiging werd afgewezen. Daarna is het vrij snel weer misgegaan met betrokkene en is hij teruggevallen in middelengebruik en heeft hij zijn diabetes verwaarloosd. Betrokkene kampt met behoorlijke geheugenproblemen en daar heeft hij geen besef van. Bij medische controles tijdens de opname waren de bloedwaardes zorgelijk. De combinatie van het middelengebruik en verwaarlozing van diabetes is heel gevaarlijk en dat kan doen vrezen voor het leven van betrokkene. De bedoeling is dat betrokkene komt te wonen in een setting waar met dit soort problematiek omgegaan kan worden.

Beoordeling

Op 25 mei 2020 is door de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 15 juni 2020.
De rechtbank neemt in aanmerking dat in artikel 5.4 e.v. Wvggz eisen worden gesteld aan de voorbereiding van een aanvraag van een zorgmachtiging, waaronder de eis dat in het kader van de voorbereiding van een reguliere aanvraag op grond van artikel 5.5 lid 1 onder a Wvggz (kort gezegd) een betrokkene die dat tijdig aangeeft in de gelegenheid moet worden gesteld om zelf een plan van aanpak op te stellen om verplichte zorg te voorkomen. Niet gebleken is dat betrokkene dit plan van aanpak ook daadwerkelijk heeft willen opstellen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de officier van justitie kan worden ontvangen in zijn verzoek.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een uitgebreide neurocognitieve stoornis / Korsakov.
Anders dan betrokkene is de rechtbank van oordeel dat wel degelijk sprake is van ernstig nadeel. Bij opname toonden de bloedwaardes dat betrokkene zijn diabetes weer ernstig had verwaarloosd. In de politiemutatie is verder vermeld dat betrokkene onder invloed van alcohol was.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
De arts heeft ter zitting desgevraagd aangegeven dat niet alle in het verzoekschrift genoemde verplichte vormen van zorg nodig zijn om het ernstig nadeel weg te nemen. Wat hem betreft is er geen noodzaak de volgende vormen van verplichte zorg op te nemen in de machtiging: het toedienen van vocht, voeding en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek. De rechtbank zal dit verzoek in zoverre afwijzen.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden. De behandeling van voornoemd verzoek heeft plaatsgevonden na de expiratiedatum van de laatst geldende machtiging. De rechtbank zal hiermee bij de bepaling van de geldigheidsduur rekening houden.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] (Suriname),
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden - toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en
gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg
hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van
communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 15 december 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door F.A.M. Vreeswijk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 29 juni 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 juli 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.