ECLI:NL:RBDHA:2020:6014

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juni 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
NL20.6479
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Iraanse nationaliteit, had op 5 april 2019 een asielaanvraag ingediend. Aangezien de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig op deze aanvraag had beslist, heeft de verzoeker op 17 december 2019 beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL19.30804.

Op 5 maart 2020 heeft de Staatssecretaris de aanvraag van de verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit was het onderwerp van het beroep met zaaknummer NL19.30804. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er inmiddels uitspraak was gedaan in de hoofdzaak, was een voorlopige voorziening niet meer mogelijk.

De zitting vond plaats op 18 juni 2020 via Skype, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.E. Stassen-Buijs, en de Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.M.M. van Gils. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. K.S. Smits. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 juni 2020.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.6479
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. C.E. Stassen-Buijs), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.M.M. van Gils).

Procesverloop

Eiser heeft op 5 april 2019 een asielaanvraag ingediend. Op 17 december 2019 heeft eiser beroep ingesteld, omdat verweer niet tijdig op die aanvraag heeft beslist. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL19.30804.
Bij besluit van 5 maart 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Het beroep met zaaknummer NL19.30804 heeft mede betrekking op het bestreden besluit. Eiser heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL19.30804, via Skype plaatsgevonden op 18 juni 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen G. de Vries. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Iraanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1994] .
Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL19.30804, heeft de
rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. K.S. Smits, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 juni 2020

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.