ECLI:NL:RBDHA:2020:5951
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting horeca-inrichting wegens illegaal gokken
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van Grand Café 55, gevestigd te Leiden. De burgemeester van Leiden had op 5 februari 2020 besloten om het café voor de duur van zes maanden te sluiten vanwege illegaal gokken. Dit besluit volgde op een controle door de Kansspelautoriteit op 1 oktober 2019, waaruit bleek dat er op twee tablets in het café op sportwedstrijden kon worden gegokt. Verzoekster, de eigenaar van het café, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening om de sluiting te voorkomen.
Tijdens de zitting op 16 maart 2020, die later werd hervat op 18 juni 2020, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. Verzoekster voerde aan dat er geen illegaal gokken had plaatsgevonden en dat de sluiting onterecht was. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat verzoekster in strijd met de Wet op de kansspelen had gehandeld, en dat de burgemeester terecht had besloten tot sluiting van het café. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er onvoldoende grond was om aan te nemen dat de sluiting onterecht was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester voldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van illegaal gokken in het café, en dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen. De uitspraak werd gedaan door mr.drs. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. A. Badermann.