In deze zaak betreft het een verzoek tot teruggeleiding van een minderjarige, [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 in Portugal, door de vader, [Y], die in Portugal woont. De moeder, [X], heeft de minderjarige zonder toestemming van de vader naar Nederland gebracht in juli 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming bestond tussen de ouders over de verblijfplaats van de minderjarige op het moment van vertrek naar Nederland. De vader heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige naar Portugal, onder verwijzing naar het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de moeder de minderjarige ongeoorloofd in Nederland heeft achtergehouden en dat er geen weigeringsgronden zijn die de terugkeer zouden kunnen verhinderen. De rechtbank gelast de terugkeer van de minderjarige naar Portugal uiterlijk op 10 juli 2020, waarbij de moeder verplicht is om de minderjarige terug te brengen. De proceskosten worden gecompenseerd.