Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
30 januari 2020 is door verweerder aan de Oostenrijkse autoriteiten gevraagd om informatie te verschaffen over de terugkeer van eiser nu er een intrekkingsprocedure loopt. De autoriteiten van Oostenrijk hebben op 3 februari 2020 laten weten dat zij akkoord gaan met de terugkeer van eiser. In dit claimakkoord zijn echter de personalia van een andere vreemdeling vermeld. Op 24 maart 2020 hebben de Oostenrijkse autoriteiten nogmaals een brief gestuurd waarin staat dat zij akkoord gaan met de terugkeer van eiser, ditmaal met de personalia van eiser. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de door Oostenrijk verschafte informatie voldoende duidelijkheid biedt over de verblijfsrechtelijke positie van eiser bij terugkeer en dat deze informatie voldoende actueel is. Eiser heeft zijn stelling dat zijn verblijfsvergunning zou zijn ingetrokken en dat hij geen status heeft op geen enkele wijze onderbouwd. Verweerder hoefde daarom geen nader onderzoek te doen naar de verblijfsrechtelijke positie van eiser.
Beslissing
mr. M. van Ettikhoven, griffier.