ECLI:NL:RBDHA:2020:5738

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
NL20.5557
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen verzoeker, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2020 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die van Somalische nationaliteit is, had op 4 december 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris op 2 maart 2020 niet-ontvankelijk verklaard, waarop verzoeker beroep instelde en tevens vroeg om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten, conform artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en op 9 juni 2020 het onderzoek gesloten.

De voorzieningenrechter overweegt dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is zolang de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL20.5556), is het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.C. Michon, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.5557

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. I.N. Schalken),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: R. Hopman).

Procesverloop

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
De rechtbank heeft op 9 juni 2020 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1995] . Verzoeker heeft op 4 december 2019 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel.
2. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.5556, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.C. Michon, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.