ECLI:NL:RBDHA:2020:570
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. van Zeben-de Vries
- J.J.P. Bosman
- J.L.E. Bakels
- Rechtspraak.nl
Weigering van informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met een strafzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers een verzoek ingediend om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) met betrekking tot het bezoek van de zaaksofficier aan Thailand in februari 2018. De rechtbank heeft op 21 januari 2020 uitspraak gedaan in deze kwestie. De minister van Justitie en Veiligheid en het College van procureurs-generaal hebben het verzoek gedeeltelijk afgewezen, waarbij zij zich beroepen op verschillende weigeringsgronden uit de Wob, waaronder persoonlijke beleidsopvattingen en het belang van opsporing en vervolging van strafbare feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de informatie die door de eisers is opgevraagd, niet openbaar kon worden gemaakt, omdat dit de internationale betrekkingen en de opsporing zou kunnen schaden. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de minister in redelijkheid de weigering tot openbaarmaking heeft kunnen handhaven. De rechtbank heeft ook de argumenten van eisers over de beschikbaarheid van documenten en de noodzaak van transparantie in de besluitvorming verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwelijkheid in gevoelige strafzaken en de noodzaak om de integriteit van het proces te waarborgen.