ECLI:NL:RBDHA:2020:5564
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
Op 17 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL20.8010 en NL20.8012, waarin verzoekers, Nigeriaanse nationalen, een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielverzoeken op basis van de Dublinverordening.
Tijdens de zitting op 5 juni 2020, die via een Skype-beeldverbinding plaatsvond, zijn verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. A.K.E. van den Heuvel, en was er een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat een voorlopige voorziening alleen mogelijk is als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Aangezien er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de aanverwante zaken NL20.8009 en NL20.8011, was er geen mogelijkheid meer voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.