ECLI:NL:RBDHA:2020:5540
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding tussen vakbond en geschorste bestuurder over ontzetting uit lidmaatschap en vorderingen tot afgifte van administratie
In deze zaak, die op 5 juni 2020 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen de Justitievakbond Juvox en een geschorste bestuurder, aangeduid als [gedaagde]. Juvox heeft vorderingen ingesteld tegen [gedaagde] na zijn ontzetting uit het lidmaatschap van de vakbond. De vorderingen omvatten onder andere de afgifte van de financiële en ledenadministratie, het verstrekken van inlogcodes en het verbod op negatieve uitlatingen over Juvox. De rechtbank heeft geoordeeld dat Juvox niet aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] de gevraagde informatie niet heeft verstrekt, en heeft de vorderingen in conventie afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vorderingen tot verbod op uitlatingen en het gebruik van de naam Juvox niet toewijsbaar zijn, gezien het recht op vrijheid van meningsuiting.
In reconventie heeft [gedaagde] vorderingen ingesteld tegen Juvox, waaronder de schorsing van het ontzettingsbesluit en de aanvaarding van zijn lidmaatschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat het ontzettingsbesluit niet rechtsgeldig is genomen. De rechtbank heeft de reconventionele vorderingen van [gedaagde] ook afgewezen, met de overweging dat het in het belang van de vereniging is om een ledenvergadering te houden om het beroep van [gedaagde] tegen het ontzettingsbesluit te behandelen. De kosten van het geding zijn toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.