Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Collins Foods Netherlands Limited,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 14 maart 2019 met 24 producties (nrs. 1 tot en met 24);
- de conclusie van antwoord van 21 mei 2019 met 20 producties (nrs. 1 tot en met 20);
- de akte wijziging petitum en (nadere producties) van 19 september 2019 met elf aanvullende producties (nrs. 25 tot en met 35);
- de antwoordakte aan de zijde van KFC van 22 oktober 2019 met een aanvullende productie (nr. 21);
- de brief van de gemachtigde van werknemer van 25 februari 2020 met een aanvullende productie (nr. 36);
- de akte aan de zijde van KFC van 7 april 2020 met twee aanvullende producties (nrs. 22 en 23);
- de antwoordakte tevens houdende eiswijziging aan de zijde van werknemer van 12 mei 2020 met twee aanvullende producties (nrs. 37 en 38);
- de akte aan de zijde van KFC van 2 juni 2020.
2.De feiten
3.De vordering
primair(i) voor recht te verklaren dat de arbeidsomvang van werknemer,
dan wel de minimumuren van werknemervanaf 1 oktober 2013 tot en met 30 juni 2014 wordt gewijzigd in 18 uur per week, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum of arbeidsomvang; (ii) voor recht te verklaren dat de arbeidsomvang van werknemer,
dan wel de minimumuren van werknemervanaf 1 maart 2015 wordt gewijzigd in 31 uur per week, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum of arbeidsomvang; (iii) KFC te veroordelen tot betaling van het (achterstallige) salaris, vakantiegeld en vakantietoeslag aan werknemer berekend conform ad i en ii van dit petitum;
subsidiair(iv) KFC te veroordelen tot betaling van het (achterstallige) salaris, vakantiegeld en vakantietoeslag gebaseerd op haar contracturen van minimaal vier uur per week;
primair en subsidiair(v) KFC te veroordelen tot betaling van wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan werknemer; (vi) KFC te veroordelen tot het verstrekken van deugdelijke salarisspecificaties onder bepaling van een dwangsom van € 500,- per dag dat KFC in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,-; (vii) althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, maatregel of dwangsom; (viii) KFC te veroordelen in de (proces)kosten van deze procedure, waaronder het door werknemer te betalen griffierecht, de nakosten, aan de zijde van werknemer bepaald op € 157,- voor (na)salaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met € 82,- voor (na)salaris advocaat en de wettelijk gemaakte kosten voor het doen uitbrengen van een exploot van betekening.
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
- veroordeelt KFC tot betaling van achterstallig salaris, te berekenen op de basis van een minimum arbeidsomvang van 12 uur per week:
- over de periode 1 januari 2013 tot 16 juni 2016 betreffende een bedrag van
- het loon, vakantiegeld en de vakantiedagen over de periode 19 juni 2016 tot 7 juli 2017, te berekenen op basis van een arbeidsduur van 12 uur per week, onder aftrek van hetgeen KFC reeds over deze periode aan werknemer heeft betaald;
- het ziekengeld (75% van het toepasselijke loon) over de periode 14 december 2018 tot 24 maart 2019, te berekenen op basis van een minimum arbeidsduur van 12 uur per week,