ECLI:NL:RBDHA:2020:5489

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
18 juni 2020
Zaaknummer
C/09/590431 / FA RK 20-1755
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 24 maart 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1973 in Marokko. De betrokkene was niet bereid om zich te laten horen tijdens de zitting en verliet deze vroegtijdig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De psychiater heeft tijdens de zitting aangegeven dat de toestand van de betrokkene verslechterd is en dat er dringend behoefte is aan verplichte zorg. De rechtbank heeft de noodzaak van de zorgmachtiging onderbouwd met de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend tot en met 12 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/590431 / FA RK 20-1755
Datum beschikking: 12 juni 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] , Marokko,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. J.C. Herweijer te Rijswijk Zh.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 18 maart 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater 1] , die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 9 maart 2020;
- een zorgplan van 8 maart 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 19 maart 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie;
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [psychiater 2] , een arts, alsmede twee zussen en een broer van de betrokkene;
- de advocaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om zich te doen horen. Betrokkene is van mening dat hij op de rechtbank zal moeten verschijnen en dat het verhoor niet telefonisch zou moeten plaatsvinden. Betrokkene heeft de ruimte vroegtijdig verlaten.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.
Standpunten ter zitting
De psychiater heeft meegedeeld dat het lang heeft geduurd voordat de behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden. De afgelopen weken is het heel veel slechter gegaan met betrokkene. Hij blijft, ondanks de medicatie, heel psychotisch. Betrokkene is boos, heel geagiteerd en heel druk. Hij loopt de hele dag en is ook bij zijn familie niet meer te kalmeren. In samenspraak met de familie is aangedrongen op een spoedige zitting. Betrokkene doet de deur niet meer open voor de hulpverlening en is ook niet op zijn laatste behandelafspraak verschenen. Een opname en verplichte behandeling van betrokkene is dan ook nodig.
De advocaat heeft meegedeeld dat hij meerdere keren contact heeft gehad met de zus van betrokkene. De raadsman heeft meermalen geprobeerd telefonisch contact te krijgen met betrokkene. Uiteindelijk heeft hij betrokkene eenmaal gesproken maar weigerde betrokkene met hem te praten en heeft hij de verbinding verbroken. De zus van betrokkene heeft aangegeven dat het slechter gaat met haar broer, dat hij niet meer eet en drinkt en dat hij hele nachten door de stad loopt. Betrokkene is daarbij uitermate heftig en woedend in de communicatie en weigert medicatie in te nemen. Een crisismaatregel zou eigenlijk moeten worden aangevraagd maar er zouden niet genoeg bedden beschikbaar zijn. Hoewel de medische verklaring dateert van 18 maart 2020 en niet meer up to date is, heeft de psychiater ter zitting een update gegeven. De raadsman zal dan ook niet, in het belang van betrokkene, om een nieuwe beoordeling vragen. Het is van belang dat er op dit moment wordt beslist over hetgeen voorligt. De advocaat heeft zich, met betrekking tot het verzoek, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en ziet geen aanleiding bezwaar te maken over de verzochte vormen van verplichte zorg.

Beoordeling

De rechtbank stelt vast dat de behandeling van het verzoek tot een zorgmachtiging plaatsvindt na de in artikel 6:2 van de Wvggz genoemde beslistermijn. Als gevolg van de maatregelen die in maart 2020 door de rechtspraak zijn genomen in verband met het coronavirus is het om logistieke en personele redenen niet mogelijk gebleken om alle zaken binnen de daarvoor gestelde termijnen te behandelen. Met inachtneming van de Wvggz en de “Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. corona” zijn verzoeken die zien op (voortzetting van) een opname met voorrang behandeld. De wet verbindt echter geen sanctie aan het niet tijdig beslissen door de rechtbank op het verzoek. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in het verzoek.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire stemmingsstoornissen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van vocht;
- toedienen van voeding;
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man]

geboren op [geboortedag] 1973 te [geboorteplaats] , Marokko,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 december 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.G.J. Brink, rechter, bijgestaan door S.A. van Schaik-van Dommelen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 juni 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.