ECLI:NL:RBDHA:2020:5489
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 24 maart 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1973 in Marokko. De betrokkene was niet bereid om zich te laten horen tijdens de zitting en verliet deze vroegtijdig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De psychiater heeft tijdens de zitting aangegeven dat de toestand van de betrokkene verslechterd is en dat er dringend behoefte is aan verplichte zorg. De rechtbank heeft de noodzaak van de zorgmachtiging onderbouwd met de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is verleend tot en met 12 december 2020.